Wisselvallige groeten
woensdag 30 juni 2010
Kipschieten
Wisselvallige groeten
dinsdag 29 juni 2010
Springen!
Tijgergroeten
donderdag 24 juni 2010
Verliefd
Het fietsen is eigenlijk niet vergelijkbaar met de voettocht naar Rome die ik een aantal jaren terug gemaakt heb. Wandelen is toch eigenlijk meer een bezigheid, zonder dat het écht een inspanning wordt. Je moet hooguit wennen aan de manier van belasten van je lichaam. Het fietsen is, nu met name door het vele klimwerk, andere koek. Regelmatig moet ik hijgen als een bospaard en wordt mijn hartslag richting het maximum gejaagd. Ik ben dan ook blij dat ik afgelopen winter menig uurtje op de spinningbike heb doorgebracht, dat maakt het nu goed vol te houden.
Het binnenland van Corsica is bijzonder mooi. We komen door een aantal natuurgebieden, met diepe kloven, kletterende watervalletjes en het nodige aan flora en fauna. We overnachten in een oubollig hotelletje aan een stuwmeer. Om een sfeerimpressie te geven: Het meubilair is donkerbruin. De vloerbedekking is groen. De gordijnen zijn groen. De deken op het bed is groen. Maar de badkamer is gelukkig roze. En kan iemand mij uitleggen waarom er nog steeds hotels zijn waar er boven het bad géén haakje is om de douchekop aan op te hangen?
Op de tweede dag in het binnenland worden de eerst nog brede bergwegen steeds smaller en steiler. Op een gegeven moment ontbreekt er ook een vangrail of een muurtje langs de kant van de afgrond. Het asfalt is van dubieuze kwaliteit met hobbels, kuilen en allerlei stenen. Je kunt er ook gerust een uurtje fietsen zonder een sterveling tegen te komen. Voorzichtig aan doen dus. In de kleine dorpjes waar ik door kom rij je nog nét niet door de huiskamers heen. En diezelfde dorpjes kijk je soms even later weer op de dakpannen, omdat je weer een stuk geklommen bent.
Tot op heden heb ik mij op de Italiaanse en Franse wegen nog niet onveilig gevoeld. Op een enkeling na houdt iedereen prima rekening met mij. Maar elke dag passeer ik wel een aantal geïmproviseerde gedenkplaatsen met verkleurde kunstbloemen in de berm van de weg. Vaak bij een boom in of na een flauwe bocht. Meestal betreft het een veel te jong persoon die door zijn roekeloze rijgedrag is omgekomen. Niet te veel bij nadenken maar, gewoon blijven doortrappen.
En ik ben hier op Corsica op een ander verliefd geworden. Ik kwam haar tegen in de supermarkt, zomaar ineens. Ze had een mooi doorzichtig jurkje aan, waardoor haar rondingen goed uitkwamen. Ik kon de verleiding niet weerstaan en heb haar gevraagd met mij mee te gaan. Ze zweeg, wat ik interpreteerde als een verlegen bevestiging. Toen ik haar later met trillende vingers van haar jurkje ontdeed, kwam een heerlijke zweetvoetenlucht mij tegemoet, écht onweerstaanbaar. Chanel eat your heart out! Nadat ik voorzichtig in haar begon te bijten, bleek ze stevig van buiten, maar heerlijk zacht en romig van binnen. Het stokbroodje erbij maakte alles helemaal compleet. Toch wel lekker die geitenkaasjes hier...
En nu zijn we weer lekker aan het bijkomen aan de oostkust, in een bungalow op een camping in de buurt van Bastia. Vanaf hier vertrekken we vrijdag naar het vasteland van Frankrijk naar Nice. Ik ben benieuwd wat dat weer allemaal gaat brengen.
Ook de geitige groeten
Het binnenland van Corsica is bijzonder mooi. We komen door een aantal natuurgebieden, met diepe kloven, kletterende watervalletjes en het nodige aan flora en fauna. We overnachten in een oubollig hotelletje aan een stuwmeer. Om een sfeerimpressie te geven: Het meubilair is donkerbruin. De vloerbedekking is groen. De gordijnen zijn groen. De deken op het bed is groen. Maar de badkamer is gelukkig roze. En kan iemand mij uitleggen waarom er nog steeds hotels zijn waar er boven het bad géén haakje is om de douchekop aan op te hangen?
Op de tweede dag in het binnenland worden de eerst nog brede bergwegen steeds smaller en steiler. Op een gegeven moment ontbreekt er ook een vangrail of een muurtje langs de kant van de afgrond. Het asfalt is van dubieuze kwaliteit met hobbels, kuilen en allerlei stenen. Je kunt er ook gerust een uurtje fietsen zonder een sterveling tegen te komen. Voorzichtig aan doen dus. In de kleine dorpjes waar ik door kom rij je nog nét niet door de huiskamers heen. En diezelfde dorpjes kijk je soms even later weer op de dakpannen, omdat je weer een stuk geklommen bent.
Tot op heden heb ik mij op de Italiaanse en Franse wegen nog niet onveilig gevoeld. Op een enkeling na houdt iedereen prima rekening met mij. Maar elke dag passeer ik wel een aantal geïmproviseerde gedenkplaatsen met verkleurde kunstbloemen in de berm van de weg. Vaak bij een boom in of na een flauwe bocht. Meestal betreft het een veel te jong persoon die door zijn roekeloze rijgedrag is omgekomen. Niet te veel bij nadenken maar, gewoon blijven doortrappen.
En ik ben hier op Corsica op een ander verliefd geworden. Ik kwam haar tegen in de supermarkt, zomaar ineens. Ze had een mooi doorzichtig jurkje aan, waardoor haar rondingen goed uitkwamen. Ik kon de verleiding niet weerstaan en heb haar gevraagd met mij mee te gaan. Ze zweeg, wat ik interpreteerde als een verlegen bevestiging. Toen ik haar later met trillende vingers van haar jurkje ontdeed, kwam een heerlijke zweetvoetenlucht mij tegemoet, écht onweerstaanbaar. Chanel eat your heart out! Nadat ik voorzichtig in haar begon te bijten, bleek ze stevig van buiten, maar heerlijk zacht en romig van binnen. Het stokbroodje erbij maakte alles helemaal compleet. Toch wel lekker die geitenkaasjes hier...
En nu zijn we weer lekker aan het bijkomen aan de oostkust, in een bungalow op een camping in de buurt van Bastia. Vanaf hier vertrekken we vrijdag naar het vasteland van Frankrijk naar Nice. Ik ben benieuwd wat dat weer allemaal gaat brengen.
Ook de geitige groeten
woensdag 23 juni 2010
Beestenboel
Geitige groeten
zondag 20 juni 2010
Visjes
Hallo, hier ben ik weer. Ik heb een grote hobby. Een hele grote hobby. En dat is eten. Gisteren hebben we worteltjes op. En aardappeltjes. En vleessie. En dat is lekker. Pappa en Mamma zitten dan altijd hard te klappen voor mij. En aaien mij over mijn bol. Omdat ik zo goed kan eten, zeggen ze dan. En pas hadden we gele dingen. Eerst kreeg ik de kleine balletjes van Mamma, maar ik wilde net zoals Pappa doen. Het hele ding in één keer vasthouden en happen maar...
Mamma heeft thuis een bak. Een bak met "watie". En kleine visjes. Zo'n bak hebben ze hier ook, alleen dan véél groter. Ook de visjes zijn véél groter. Sommige zijn heel mooi. En andere kunnen weer heel snel zwemmen, dat is wel spannend. Soms doen ze praten naar mij. Hun mond gaat dan open en dicht. "Blub!" zegt Mamma dan. Als ik naar de visjes zwaai, zwemmen ze meestal hard weg. Toen we naar buiten gingen zei Pappa dat hij er honger van had gekregen.
En Pappa en Mamma waren pas weer boos. Heel boos. Het autootje van Mamma heeft dopjes aan de zijkant. Zwarte dopjes. Om te zorgen dat er geen water in het autootje kan komen. Maar met mijn vingertjes kan ik al heel goed die dopjes indrukken. En die dopjes verdwijnen dan ineens in het autootje. Dat is grappig. Maar Pappa en Mamma vinden het niet grappig. "Niet doen Basje!" roepen ze dan. Maar later heb ik het stiekem nóg een keer gedaan. Toen moest ik voor straf een tijdje op de stoel zitten.
Ondeugende groeten
donderdag 17 juni 2010
Snackie time
Corsica is een stuk kleiner dan Sardinië, het beslaat ongeveer de oppervlakte van Gelderland en Overijssel samen. De afgelopen eeuwen hebben hier in het teken gestaand van koloniale overheersing door verschillende vreemde mogendheden, waaronder de Etrusken, Carthagers en Romeinen. Het toerisme is verreweg de belangrijkste inkomstenbron. Vele Fransen, Italianen, maar ook de nodige Nederlanders brengen hier hun vakantie door, voornamelijk aan de kust. We hebben hier al meer Nederlanders zien rijden als ons hele verblijf op Sardinië.
Het onweer 's avonds van een paar dagen terug was de voorbode van twee dagen wisselvallig weer. Tussen de buien door gaan we nog wel even Propriano bekijken en genieten we van wat lokale pattiserie. Naar de supermarkt kost wat meer moeite, hiervoor moet een steile klim worden getrotseerd. Ik red het maar nét met Bas achterop de fiets, terwijl Jacqueline kan merken dat ze al een ruim een maand niet naar de sportschool is geweest.
's Middags waren we zelfs genoodzaakt in de tent door te brengen omdat het regende. Maar als onze Bas wat te snacken heeft en Bumba kan kijken op de laptop kan zijn dag niet meer stuk.
Mijn fietsroute volgt tot nu toe voornamelijk de westkust en wordt, hoe kan het ook anders, weer gekenmerkt door de nodige hoogteverschillen. Mijn fiets, een Koga Myata hybride met 27 versnellingen houdt het tot nu toe erg goed. Enige kritische kanttekening die ik kan maken is dat ik op de écht steile stukken misschien nog een iets kleiner verzet had willen hebben. Maar afstappen is er nog niet bij geweest, behalve dan om een foto te maken bij alweer een mooi uitzicht.
Tot later
Het onweer 's avonds van een paar dagen terug was de voorbode van twee dagen wisselvallig weer. Tussen de buien door gaan we nog wel even Propriano bekijken en genieten we van wat lokale pattiserie. Naar de supermarkt kost wat meer moeite, hiervoor moet een steile klim worden getrotseerd. Ik red het maar nét met Bas achterop de fiets, terwijl Jacqueline kan merken dat ze al een ruim een maand niet naar de sportschool is geweest.
's Middags waren we zelfs genoodzaakt in de tent door te brengen omdat het regende. Maar als onze Bas wat te snacken heeft en Bumba kan kijken op de laptop kan zijn dag niet meer stuk.
Mijn fietsroute volgt tot nu toe voornamelijk de westkust en wordt, hoe kan het ook anders, weer gekenmerkt door de nodige hoogteverschillen. Mijn fiets, een Koga Myata hybride met 27 versnellingen houdt het tot nu toe erg goed. Enige kritische kanttekening die ik kan maken is dat ik op de écht steile stukken misschien nog een iets kleiner verzet had willen hebben. Maar afstappen is er nog niet bij geweest, behalve dan om een foto te maken bij alweer een mooi uitzicht.
Tot later
dinsdag 15 juni 2010
Vive la France!
Au revoir
maandag 14 juni 2010
Centje
Hallo, hier ben ik weer. Ik had pas een vriendje. Een vriendje op de camping. Die heette Jonas. En die had heel veel speelgoed. Gelukkig mocht ik af en toe met hem en zijn speelgoed spelen. Hij had autootjes. En schepjes. En een ding waar "watie" uit kwam. En we gingen een hut bouwen. Dat was heel leuk. Toen we weg gingen van de camping, wilde ik heel graag de autootjes van Jonas houden. Maar dat mocht niet van Pappa en Mamma. En toen moest ik heel hard huilen. Toen heeft Jonas een mooie tekening voor mij gemaakt van de autootjes. Dat was wel fijn.
Soms moet ik met Pappa en Mamma mee. Pappa moet dan een "werkie" doen zegt Mamma. Hij zit dan achter een apparaat met heel veel knopjes, waar hij dan op gaat drukken. Dan wil ik altijd graag helpen, maar dat mag niet. Op het scherm zie ik dan soms mijzelf terug, dat is wel raar. Soms als Pappa klaar is met zijn "werkie" mag ik "Lala, Pissie en Po" kijken. Joepie!
Mamma zei pas dat we met het bootje gingen varen. En toen moesten we heel lang wachten. Er waren grote mensen die centjes in een apparaat gooiden. Een apparaat met knopjes. En dan kwamen er allemaal gekleurde dingen op het scherm. Druifjes en meloenen. En ook hartjes. Met Pappa mocht ik toen ook even op de knopjes drukken. En toen kwam er met veel gerinkel zomaar een centje uit! Met Pappa heb ik toen gelijk een grote lolly gekocht! En 's avonds moest ik heel hard slapen.
Tot kijkie!
Soms moet ik met Pappa en Mamma mee. Pappa moet dan een "werkie" doen zegt Mamma. Hij zit dan achter een apparaat met heel veel knopjes, waar hij dan op gaat drukken. Dan wil ik altijd graag helpen, maar dat mag niet. Op het scherm zie ik dan soms mijzelf terug, dat is wel raar. Soms als Pappa klaar is met zijn "werkie" mag ik "Lala, Pissie en Po" kijken. Joepie!
Mamma zei pas dat we met het bootje gingen varen. En toen moesten we heel lang wachten. Er waren grote mensen die centjes in een apparaat gooiden. Een apparaat met knopjes. En dan kwamen er allemaal gekleurde dingen op het scherm. Druifjes en meloenen. En ook hartjes. Met Pappa mocht ik toen ook even op de knopjes drukken. En toen kwam er met veel gerinkel zomaar een centje uit! Met Pappa heb ik toen gelijk een grote lolly gekocht! En 's avonds moest ik heel hard slapen.
Tot kijkie!
donderdag 10 juni 2010
Weg weg
Het klimmen in de bergen op Sardinië is behoorlijk pittig, maar het is hier zo mooi dat ik tijdens het rijden regelmatig een grote glimlach niet kan onderdrukken. De beklimmingen zijn niet extreem steil, maar wel vele kilometers lang. De kunst is om op tijd naar de juiste versnelling te schakelen om een goede cadans te houden, zeker omdat je ook niet precies weet hoe lang de beklimming duurt. En na de top is er altijd weer die heerlijke afdaling. Lekker met een flinke snelheid suizend over het asfalt naar beneden. Maar vijftig kilometer per uur is (meestal) wel hard genoeg. Je rijdt tenslotte op onbekend terrein en een kuil of wat zand in een bocht kan eenvoudig voor grote problemen zorgen...
Op de camping bij Tortoli doen we lekker rustig aan. 's Ochtends even boodschappen doen, zodat we 's avonds lekker zelf kunnen koken op onze tweepits benzinebrander. We hebben een behoorlijk arsenaal aan relatief simpele en gezonde recepten, zodat we niet elke dag hoeven te barbecuen. Meestal speel ik de kok en stort Jacqueline zich op de afwas. En onze Bas is gelukkig niet kieskeurig en eet van ons eigen culinaire geknutsel bijna alles vrolijk mee.
Vanuit Tortoli gaat het weer omhoog, een bergpas over. De koude lucht uit de bergen botst met de warme lucht van de kust. In de verte hangen de donkere wolken onheilspellend boven het dal en regelmatig schiet er een bliksemflits naar beneden. Het begint te regenen. Het koelt ook gelijk behoorlijk af en ik kan na drie weken mijn regenjas weer eens uit de fietstas trekken. Maar het onweer barst gelukkig niet echt los. Ik kom redelijk droog in het bergdorpje Dorgali aan en na enig gepuzzel vinden we een geschikte bed and breakfast.
Als ik de volgende dag verder rij, kom ik over een weg die bezaaid is met allemaal sprinkhanen. Ik kom tot de ontdekking dat je beter kunt proberen over de beestjes heen te rijden, omdat ze dan op tijd wegspringen. Als je er vlak langs rijdt springen ze vaak juist net onder je wiel...
Even verderop loopt mijn geplande route over een afgesloten weg. De omleiding gaat echter over de snelweg, wat niet zo heel aantrekkelijk is op de fiets. Ik besluit om om de afzetting heen te rijden en toch de oorspronkelijke route te volgen. Een kilometer verder zie ik waarom ze de weg hebben afgesloten. Bijna het hele wegdek over een riviertje is weggeslagen. Er is nog een smal stukje over, wat er stevig genoeg uit ziet om mijn gewicht te dragen. Na een foto haal ik een keer diep adem en loop ik naar de overkant...
In San Theodoro staan we weer twee dagen aan het volgende witte strand met blauw water. Vanaf hier is het nog een tweetal etappes voordat we op Corsica voet aan wal zetten. Dat zal wel even omschakelen worden, na vijf weken in het Italiaans naar het Frans...
Klipgeitengroeten
Op de camping bij Tortoli doen we lekker rustig aan. 's Ochtends even boodschappen doen, zodat we 's avonds lekker zelf kunnen koken op onze tweepits benzinebrander. We hebben een behoorlijk arsenaal aan relatief simpele en gezonde recepten, zodat we niet elke dag hoeven te barbecuen. Meestal speel ik de kok en stort Jacqueline zich op de afwas. En onze Bas is gelukkig niet kieskeurig en eet van ons eigen culinaire geknutsel bijna alles vrolijk mee.
Vanuit Tortoli gaat het weer omhoog, een bergpas over. De koude lucht uit de bergen botst met de warme lucht van de kust. In de verte hangen de donkere wolken onheilspellend boven het dal en regelmatig schiet er een bliksemflits naar beneden. Het begint te regenen. Het koelt ook gelijk behoorlijk af en ik kan na drie weken mijn regenjas weer eens uit de fietstas trekken. Maar het onweer barst gelukkig niet echt los. Ik kom redelijk droog in het bergdorpje Dorgali aan en na enig gepuzzel vinden we een geschikte bed and breakfast.
Als ik de volgende dag verder rij, kom ik over een weg die bezaaid is met allemaal sprinkhanen. Ik kom tot de ontdekking dat je beter kunt proberen over de beestjes heen te rijden, omdat ze dan op tijd wegspringen. Als je er vlak langs rijdt springen ze vaak juist net onder je wiel...
Even verderop loopt mijn geplande route over een afgesloten weg. De omleiding gaat echter over de snelweg, wat niet zo heel aantrekkelijk is op de fiets. Ik besluit om om de afzetting heen te rijden en toch de oorspronkelijke route te volgen. Een kilometer verder zie ik waarom ze de weg hebben afgesloten. Bijna het hele wegdek over een riviertje is weggeslagen. Er is nog een smal stukje over, wat er stevig genoeg uit ziet om mijn gewicht te dragen. Na een foto haal ik een keer diep adem en loop ik naar de overkant...
In San Theodoro staan we weer twee dagen aan het volgende witte strand met blauw water. Vanaf hier is het nog een tweetal etappes voordat we op Corsica voet aan wal zetten. Dat zal wel even omschakelen worden, na vijf weken in het Italiaans naar het Frans...
Klipgeitengroeten
maandag 7 juni 2010
Kriebel
Gisteren zijn we weer terug geweest naar de “watie” met dat witte spul. Met Pappa en Mamma samen. Maar eerst ging Mamma spul op mij smeren. Dat was niet fijn. Daarna moest ik mijn petje op. Ook waren andere kindjes. En er was allemaal mooi gekleurd speelgoed. Daarmee kon je scheppen en taartjes bakken. Pappa kan dat als de allerbeste! De “watie” smaakt trouwens heel anders dan de “watie” uit Pappa zijn fles. Toen moesten we weg. Dat was niet fijn. Ik wilde nog veel langer blijven!
Met Mamma samen gingen we weer bochtjes rijden. Toen gingen we stoppen. En broodjes eten. Daarna mocht ik spelen en rondrennen. Maar na een tijdje had ik kriebel. Kriebel tussen mijn tenen. En op mijn benen. Er waren allemaal kleine beestjes. “Mieren” zeiden Pappa en Mamma, maar ik vond het gewoon kleine beestjes. Toen moest ik wel even huilen. Gelukkig heeft Mamma alle beestjes weggejaagd.
’s Avonds in het huisje was het heel leuk. Het was groot en ik kon lekker rondrennen. En er was een mevrouw die mij drie “foefies” ging laten zien. “Foefies” zijn leuk. Ik mag ze ook soms aaien. En er was een aardige mijnheer. Die heette Sebastiano. Vonden Pappa en Mamma grappig. Moest ik gelijk op de foto. Pappa zei dat hij op Willie Alberti leek, maar die ken ik niet.
Nou doei!
Top!
Na twee dagen op de camping aan de Costa Rei te hebben gestaan trekken we verder. We verlaten de kust en trekken het binnenland in. Ik volg een lange brede weg die langzaam stijgt en waar een forse wind vanuit de bergen richting zee door het dal waait. Onderweg heb ik met Wim afgesproken. Niet alleen om te lunchen, maar ook om hem door een aantal onverlichte tunnels die op de route liggen te begeleiden. Dat is wel zo veilig.
De volgende dag gaan we verder en hoger de bergen in. De route van vandaag kent nog meer hoogteverschillen, maar mijn karretje slaat zich er prima doorheen. Het benzine- en olieverbruik van de twee-takt Piaggio ligt nu wel wat hoger. Als ik onderweg stop om olie te kopen, blijkt maar weer eens hoe behulpzaam de mannelijke Italianen zijn voor een blonde dame uit Nederland. Drie man sterk staan ze één flesje olie in mijn autootje te gooien. Over service gesproken...
De laatste dag in de bergen is er eentje om in te lijsten, misschien wel de mooiste dag tot nu toe. Ik volg Wim zijn fietsroute, die over smalle bergweggetjes binnendoor loopt. Indrukwekkende rotsformaties worden afgewisseld met bos en weidse vergezichten. Af en toe moet ik de berm in om grote gaten in het wegdek te omzeilen. Koeien en geiten lopen ook zomaar op de weg en ik duim elke keer maar dat ze hun horens niet in de banden van het wagentje zetten. Onderweg stoppen we bij de overblijfselen van bouwwerken uit de bronstijd van de oorspronkelijke bewoners van Sardinië. Deze zogenaamde Nuraghen, een soort torens, zijn veelvuldig terug te vinden over het hele eiland.
Aan het einde van de dag maken we een lange afdaling terug naar zeeniveau. In de buurt van Tortoli, halverwege aan de oostkust van Sardinië, zetten we op een mooie ruime camping de tent weer op. Hier mogen we gaan genieten van onze welverdiende rust na een paar dagen stevig doorbuffelen.
Voldane groeten
woensdag 2 juni 2010
Zonsondergang
Mijn fietsroute van Tuscania naar Civitavecchia is niet echt boeiend. Naarmate ik dichter bij Civitavecchia kom, verandert het eerst nog groene landschap in een grauw havengebied.
Om even in steekwoorden een impressie te geven: Betonnen huizen, ingegooide ruiten, een energiecentrale, vuilnis langs de weg, verroeste lantaarnpalen, verkeersborden met kogelgaten, drukke onoverzichtelijke wegen en langsrazend verkeer. Maar dan fiets je ineens langs een veldje met klaprozen en andere bloemen, wat je dag dan weer helemaal goed maakt.
Civitavecchia is de havenplaats van waar we overvaren naar Sardinië. Het inchecken voor de veerboot blijkt nog een vak apart te zijn. Om te beginnen worden we naar een aantal verschillende aanlegplaatsen gestuurd. Gelukkig blijkt driemaal scheepsrecht te zijn. En bij het ophalen van de tickets blijkt onze reservering geannuleerd te zijn, @&%$#! Dat hebben wij weer. Gelukkig is de boot nog niet vol, en kunnen we alsnog mee.
De veerboot is zo groot dat je helemaal niet het idee hebt dat je op een boot zit. Het is een wereldje op zich met onder andere een restaurant, een winkeltje en een bioscoop. En van de deining merk je praktisch niets. De hut die we hebben is behoorlijk ruim en heeft zelfs een eigen toilet en douche. Vanaf het dek heb je het mooiste uitzicht, en de zonsondergang levert spectaculaire beelden op. De volgende morgen staan we fris weer op na een nachtje lekker slapen.
Aangekomen in Cagliari, in het uiterste zuiden van Sardinië, ploffen we eerst even neer voor een bakkie en wat te eten. Maar heel uitgebreid kan dat niet: er moet die dag ook nog behoorlijk gefietst worden. Ik volg de kustweg, die aardig op en neer golft, in oostelijke richting. Deze is in het begin nog vrij druk met verkeer, maar wordt gelukkig steeds rustiger. Regelmatig heb ik uitzicht op mooie baaien met een azuurblauwe zee.
Het landschap is hier grillig met veel rotsen en lage begroeiïng, en ademt een heel andere sfeer uit dan Toscane. Ons eindpunt voor die dag is een kleine camping aan de Costa Rei, welke overbevolkt is door voornamelijk Duitsers. Ondanks de drukte heerst er toch een gemoedelijk sfeertje. Dat kan ook bijna niet anders met een zonnetje en met het mooie witte strand op letterlijk vijftig meter van de tent...
Strandgroeten
Om even in steekwoorden een impressie te geven: Betonnen huizen, ingegooide ruiten, een energiecentrale, vuilnis langs de weg, verroeste lantaarnpalen, verkeersborden met kogelgaten, drukke onoverzichtelijke wegen en langsrazend verkeer. Maar dan fiets je ineens langs een veldje met klaprozen en andere bloemen, wat je dag dan weer helemaal goed maakt.
Civitavecchia is de havenplaats van waar we overvaren naar Sardinië. Het inchecken voor de veerboot blijkt nog een vak apart te zijn. Om te beginnen worden we naar een aantal verschillende aanlegplaatsen gestuurd. Gelukkig blijkt driemaal scheepsrecht te zijn. En bij het ophalen van de tickets blijkt onze reservering geannuleerd te zijn, @&%$#! Dat hebben wij weer. Gelukkig is de boot nog niet vol, en kunnen we alsnog mee.
De veerboot is zo groot dat je helemaal niet het idee hebt dat je op een boot zit. Het is een wereldje op zich met onder andere een restaurant, een winkeltje en een bioscoop. En van de deining merk je praktisch niets. De hut die we hebben is behoorlijk ruim en heeft zelfs een eigen toilet en douche. Vanaf het dek heb je het mooiste uitzicht, en de zonsondergang levert spectaculaire beelden op. De volgende morgen staan we fris weer op na een nachtje lekker slapen.
Aangekomen in Cagliari, in het uiterste zuiden van Sardinië, ploffen we eerst even neer voor een bakkie en wat te eten. Maar heel uitgebreid kan dat niet: er moet die dag ook nog behoorlijk gefietst worden. Ik volg de kustweg, die aardig op en neer golft, in oostelijke richting. Deze is in het begin nog vrij druk met verkeer, maar wordt gelukkig steeds rustiger. Regelmatig heb ik uitzicht op mooie baaien met een azuurblauwe zee.
Het landschap is hier grillig met veel rotsen en lage begroeiïng, en ademt een heel andere sfeer uit dan Toscane. Ons eindpunt voor die dag is een kleine camping aan de Costa Rei, welke overbevolkt is door voornamelijk Duitsers. Ondanks de drukte heerst er toch een gemoedelijk sfeertje. Dat kan ook bijna niet anders met een zonnetje en met het mooie witte strand op letterlijk vijftig meter van de tent...
Strandgroeten
Abonneren op:
Posts (Atom)