Na twee dagen op de camping aan de Costa Rei te hebben gestaan trekken we verder. We verlaten de kust en trekken het binnenland in. Ik volg een lange brede weg die langzaam stijgt en waar een forse wind vanuit de bergen richting zee door het dal waait. Onderweg heb ik met Wim afgesproken. Niet alleen om te lunchen, maar ook om hem door een aantal onverlichte tunnels die op de route liggen te begeleiden. Dat is wel zo veilig.
De volgende dag gaan we verder en hoger de bergen in. De route van vandaag kent nog meer hoogteverschillen, maar mijn karretje slaat zich er prima doorheen. Het benzine- en olieverbruik van de twee-takt Piaggio ligt nu wel wat hoger. Als ik onderweg stop om olie te kopen, blijkt maar weer eens hoe behulpzaam de mannelijke Italianen zijn voor een blonde dame uit Nederland. Drie man sterk staan ze één flesje olie in mijn autootje te gooien. Over service gesproken...
De laatste dag in de bergen is er eentje om in te lijsten, misschien wel de mooiste dag tot nu toe. Ik volg Wim zijn fietsroute, die over smalle bergweggetjes binnendoor loopt. Indrukwekkende rotsformaties worden afgewisseld met bos en weidse vergezichten. Af en toe moet ik de berm in om grote gaten in het wegdek te omzeilen. Koeien en geiten lopen ook zomaar op de weg en ik duim elke keer maar dat ze hun horens niet in de banden van het wagentje zetten. Onderweg stoppen we bij de overblijfselen van bouwwerken uit de bronstijd van de oorspronkelijke bewoners van Sardinië. Deze zogenaamde Nuraghen, een soort torens, zijn veelvuldig terug te vinden over het hele eiland.
Aan het einde van de dag maken we een lange afdaling terug naar zeeniveau. In de buurt van Tortoli, halverwege aan de oostkust van Sardinië, zetten we op een mooie ruime camping de tent weer op. Hier mogen we gaan genieten van onze welverdiende rust na een paar dagen stevig doorbuffelen.
Voldane groeten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten