woensdag 11 augustus 2010

Weer thuis

Op dinsdag pakken we al vroeg onze kampeerspullen in, maar nu voor de allerlaatste keer. Toch wel een raar idee dat we over een paar uurtjes thuis zijn. Zelfs Bas lijkt het aan te voelen dat er iets gaat gebeuren, want hij loopt tegen zijn gewoonte in continu te jengelen. Mijn fietsroute volgt grotendeels de Maas en aan het begin van de middag ben ik terug aan de Bekkersstraat nummer zes in Arnhem. Ik ben zelfs eerder dan Jacqueline, die weer ergens uitgebreid koffie heeft zitten drinken. De ontvangst is hartelijk door een aantal buurtjes en ook mijn schoonouders staan ons al voor de deur met kippensoep op te wachten. Als ik de huiskamer inloop lijkt het alsof ik in een vreemd huis ben. En dan zit het er dus op...

Als ik zo terug kijk dan hebben we een fantastische tijd gehad, maar dat hebben jullie allemaal kunnen lezen volgens mij. Gelukkig hebben we alles zonder ziekte of andere calamiteiten kunnen doen. Dat is toch wel het allerbelangrijkste. Het was voor ons spannend om te zien hoe Bas op de elke keer veranderende omgeving en omstandigheden zou reageren, maar dat is echt super gegaan. Volgens mij had ook hij er nog geen genoeg van. En niet in de laatste plaats: We hebben natuurlijk enorm genoten van de berichtjes en sms-jes van iedereen die met ons meegeleefd heeft. Dat waren voor ons toch altijd weer cadeautjes om te lezen, waarvoor dank.

En nu? Gewoon weer naar het werk volgende week. Dat zal ook wel even omschakelen zijn. Zeker omdat we eigenlijk nog niet naar huis terug verlangden. Even waren we nog in de verleiding toen we het verkeersbord van de foto tegenkwamen om rechtsomkeert te maken, maar dat hebben we toch maar niet gedaan. Het houdt een keer op toch? Een collega maakte misschien nog wel de meest treffende opmerking. Die zei: "Ach, bij jullie is dat geen einde, maar gewoon een opmaat voor iets nieuws.". En zo is het maar net!

Laatste groeten

maandag 9 augustus 2010

Bijna...

De Mexicaanse avond op de camping in Kyllburg was voortreffelijk en ook de overige dagen hebben we ons prima vermaakt daar. Op een gegeven moment leek het wel of we kinderruil met de Limburgse buren hadden gedaan. Het buurmeisje zat bij ons in de tent te spelen, terwijl Bas niet van de driewieler van het buurmeisje was af te slaan. Bij het vertrek op vrijdag mogen de kinders nog even in mijn karretje zitten, wat een paar leuke foto's oplevert. En als ik terugkom van het afrekenen zit er ook nog eens een lief kaartje onder mijn ruitenwisser. Mijn dag kan niet meer stuk!

In Italië en Frankrijk heb ik bijna de gehele fietsroute van Wim kunnen rijden vanwege het ontbreken van "echte" fietspaden daar. Dat waren voornamelijk de leuke binnendoor weggetjes, wat mij en Bas veel rijplezier heeft bezorgd. In de Eifel moet ik echter weer mijn eigen weg gaan kiezen om op de volgende overnachtingsplaats te komen. Toch wel jammer, maar het is niet anders. Ons volgende doel is Heimbach, met een prachtig stuwmeer en een mooie krachtcentrale in Jugendstil.

Maar daar aangekomen blijkt de camping die we gepland hadden toch niet helemaal te zijn wat we ervan verwacht hadden. Het sanitair lijkt al net zou oud en smoezelig als de dame op leeftijd die ons een korte rondleiding geeft. Uiteindelijk besluiten we maar om in Heimbach een kamer te zoeken. We komen terecht bij de plaatselijke bakker die nog een "zimmer frei" heeft. Een lekker fout ingerichte bovenkamer, maar wel alles proper en netjes. Bas is helemaal de koning te rijk met de grote bak speelgoed die door de eigenaresse nog ergens wordt opgeduikeld.

Vanaf Heimbach volgen we het riviertje de Roer stroomafwaarts. En even een Triviant-vraag tussendoor: Waar kom je dan uit als je maar lang genoeg doorrijdt? Juist, in Roermond! De route er naartoe doet voor ons oude tijden herleven. Toen we vijf jaar terug naar Rome gingen kwamen we ook al door plaatjes als Jülich en Linnich. Maar toen hadden we nog een hele reis voor de boeg, nu zijn we dan toch bijna thuis. Bij Vlodrop rij ik de grens over en kan het niet nalaten om op de markt samen met Bas lekker kibbelingen met ravigottesaus te gaan eten. Da's toch één van de weinige dingen die ik gemist heb de afgelopen maanden...

En nu zitten we op een kleine camping een paar kilometer buiten Roermond voorzichtig te wennen aan het idee dat we over een paar dagen thuis zijn. En de weemoedigheid begint nu al toe te slaan. Met het geluid van een dance-feest op de achtergrond zitten we 's avonds met een Moezelwijntje herinneringen op te halen. Weet je nog? Ja, ik weet het nog. Maar aan alles komt een einde. En aan de andere kant verlangen we ook wel weer naar het terugzien van een aantal dierbaren, die ons nu wel lang genoeg gemist hebben.

Weemoedige groeten

donderdag 5 augustus 2010

Zakgeld?

Opa en Pappa prikken altijd met hun gezicht 's ochtends. Als ik dan met ze knuffel is dat helemaal niet prettig. Maar dan gaan ze altijd scheren. Dan zetten ze zo'n ding tegen hun gezicht. Dat begint dan heel hard te broemen en dan bewegen ze dat ding heen en weer. Dat ziet er wel heel grappig uit. En het gekke is dan dat hun gezicht na een tijdje niet meer prikt! Van Opa mocht ik het een tijdje terug ook eens proberen. Dat was wel een raar gevoel aan mijn gezicht. En ook zo'n herrie bij mijn oren. Toen Pappa een foto maakte was ik alleen nog niet zo wakker...

Na het eten moeten altijd de bordjes gewassen worden. Meestal doen Pappa en Mamma dat, maar héél soms mag ik helpen. Dan gaan alle spulletjes in een witte bak. En een doorzichtige fles met geel spul. En een blauw sponsje. Dan mag ik samen met Pappa of Mamma de witte bak vasthouden en gaan we naar de kraan. Dan wordt alles eerst nat gemaakt. En even later alles weer droog. Dan lopen we weer terug en mag ik helpen alles op te bergen. Volgens Mamma kan ik dat al heel goed!

Pappa en Mamma moeten vaak boodschappen doen. Soms als we dan naar de winkel gaan staan daar van die apparaten. Pappa of Mamma gooien er dan wel eens een centje in. Dan mag ik altijd aan de grote knop draaien en dan komt er iets uit. Een grote plastic bal. Of een kleine. Meestal met een cadeautje erin. Of soms ook snoepjes. Dat is wel fijn. Een tijdje terug kwamen we ook weer langs zo'n apparaat. Ik liep er snel naar toe en begon op de knopjes te drukken. Alleen Pappa of Mamma wilden er geen centjes in gooien dit keer. Dat was wel flauw. "Dat doe je later maar van je eigen zakgeld!" zei Pappa toen. Raar hè?

Prikkende groeten

woensdag 4 augustus 2010

Contrast

Na een regenachtige nacht nemen we op zondag de tijd om op te breken. Zo kunnen de tent en aanverwante artikelen toch nog enigzins droog worden ingepakt. Pas tegen het middaguur vertrekken we om Frankrijk definitief achter ons te laten. De laatste kilometers in Lotharingen zijn zoals vele eerdere: Qua omgeving mooi, maar vanuit toeristisch oogpunt gezien niet echt boeiend. Het wisselvallige weer van de afgelopen dagen zorgde soms wel voor een boeiend schouwspel. Het ene moment reed je onder een gigantische regenbui door en stond je je regenjas uit je fietstas te halen, terwijl even later de zon weer doorbrak en het landschap opnieuw werd ingekleurd.

Bij Cattenom pikken we de Moezel weer op en volgen deze tot in Duitsland. En wat een contrast! Om te beginnen is het fietspad langs de Moezel zo vlak als het maar zijn kan. Dat heb ik de afgelopen weken weinig gezien. Met groot gemak schieten de kilometers onder mijn fiets vandaan, mede te danken aan de westelijke wind die in mijn rug blaast. Alles lijkt hier weer kleurrijk en levendig, zeker als de zon schijnt. Elk zichzelf respecterend dorp heeft hier zijn eigen wijnfeest, met over het algemeen een grote tent, hoempapa muziek en natuurlijk veel witte wijn. De gedachte daaraan maakt mijn mond droog en doet mij nog meer verlangen naar een heerlijke koude Riesling.

In Konz, een paar kilometer vanaf Trier pakken we een hotelletje. Op advies van de eigenaresse gaan we 's avonds eten op z'n Duits. Géén haute cuisine, maar vooral degelijke kost, in grote porties. We laten ons de "Schweinmedaillions mit champignonrahmsauce, gemüse und bratkartoffeln" goed smaken. Ik kan het niet nalaten om een culinair gelijkgestemde collega even subtiel te sms-sen dat het leven goed is hier. Ook het uitgebreide ontbijt in het hotel staat in schril contrast met dat in Frankrijk. Daar kregen we meestal stokbrood, een beetje jam en een kop koffie of thee. Dat kunnen die Duitsers dan toch stukken beter...

Maar lang aan de Moezel blijven we niet. Zodra we Trier gepasseerd zijn gaan we in noordelijke richting verder, de Eifel in. De schijn kan bedriegen, maar hier lijken de klimmetjes wat steiler als degene die ik de afgelopen weken voor mijn kiezen heb gehad. Een kilometer of vijftig verder zetten we onze tent weer op we neer op de camping in Kyllburg. En als je niet beter zou weten zou je denken dat je al in Nederland bent. Alléén maar Nederlanders hier, maar wel een leuke gemoedelijke sfeer. We staan met onze tent op een punt waar zo'n beetje iedereen die de camping opkomt en verlaat langskomt, wat voor veel aanspraak zorgt. "Zijn jullie helemaal uit Nederland hier met dat karretje?". Meestal vertellen we gemakshalve maar een verkorte versie van het hele verhaal...

Bas heeft alweer aansluiting gevonden bij de buurmeisjes, waarmee hij nu in bad zit (Hoe doet hij dat toch? Dat is mij nooit gelukt!). Vanavond is er een feestavond met een Mexicaans buffet waarvoor we ons natuurlijk hebben opgegeven en een wedstrijd brughangen boven het riviertje. Bas heeft vanmorgen al meegeholpen met het opblazen van de ballonnen en een mooie tekening gemaakt ter versiering van de brug. Hij stond zelfs met zijn billen te schudden op de aanstekelijke klanken van K3. Dat belooft een gezellige avond te worden!

Mexicaanse groeten

zaterdag 31 juli 2010

Rommelmarkt

Waar de Jura nog behoorlijk toeristisch is met een aantal grote campings, is het gebied ten noorden daarvan het tegenovergestelde. Alles staat hier in het teken van de grootschalige akkerbouw. De ontvolkte dorpjes liggen telkens diep verscholen tussen de glooiende heuvels. Overnachtingsmogelijkheden moet je hier écht met een vergrootglas zoeken. In Charmes komen we op de plaatselijke camping aan de Moezel terecht. Supersimpel, maar wel met een gemoedelijk sfeertje. Vanuit hier gaan we een dagje winkelen in Nancy en maken we een leuke rondrit in de omgeving, waarbij we op een eenvoudige maar gezellige markt belanden. En een nieuw laagterecord met afrekenen: Drie nachten, twee plaatsen, inclusief stroom voor het wonderlijke bedrag van € 62,40. Lang leve de niet-toeristische gebieden!

In Château-Salins is het qua overnachtings- mogelijkheden niet beter gesteld. De camping en gîte zijn gesloten en we belanden middenin het dorp in het enige hotelletje pal naast de kerk. En elk uur worden we verblijdt met het geluid van de klokken, tot groot vermaak van Bas. "Bim bam" zegt hij dan, met een vingertje in de lucht en een grote glimlach. Wat een lekker mannetje is het toch. De inrichting van de hotelkamers is zeker de moeite van het vermelden waard. Het lijkt wel of iemand met een beperkt budget naar de rommelmarkt is geweest en daar van alles heeft gekocht wat niét bij elkaar past. Maar juist dat, samen met de hartelijkheid van de gastheer en -vrouw zorgen voor een leuk sfeertje.

Aangezien er behoorlijk wat regen wordt voorspeld, besluiten we een dagje langer in het hotel in Château-Salins te blijven. Alleen mijn ouders houden het voor gezien. Die hebben nu bijna vier weken met ons meegereisd, maar de koek is nu op. De vermoeidheid en de pijn in haar rug worden mijn moeder nu toch iets teveel. Ze besluiten terug naar Nederland terug te rijden. Jammer, maar toch fijn dat ze zo'n tijd intensief met ons en vooral ook Bas mee hebben kunnen maken. We mogen de laatste weken dus weer met ons drietjes verder.

Ondertussen zitten we middenin Lotharingen. De dorpjes stellen nog steeds niet veel voor. Vaak alleen een brede straat met aan weerszijden bijna gelijke huizen. Grauw en grijs voeren hier de boventoon. Maar het is wel goed te beseffen dat hier in de eerste wereldoorlog zwaar gevochten is, waarbij tienduizenden jonge mensen gesneuveld zijn. Voor het land betekende dit bijna 100% vernietiging van alles wat boven de grond uitstak. In letterlijk ieder dorp hier is een gedenkteken terug te vinden voor de "Nos enfants morts", met een trots wapperende Franse vlag.

Onder de rook van vier enorme koeltorens van de kerncentrale zitten we nu bij Thionville op een gezellige camping. Vooral Bas geniet met volle teugen: Er is een grote speeltuin en bij de receptie lopen twee geiten los om de gasten te verwelkomen. En gelukkig hebben ze hier twee wasmachines én een droger zodat de opgestapelde was van de afgelopen dagen kan worden gedaan. Het duurt nog maar even of we houden Frankrijk voor gezien. Nog één etappe en dan zitten we vlakbij Trier aan de Moezel in Duitsland schnitzels te eten die mijn vader dus misloopt...

Bis nächste mal

maandag 26 juli 2010

Pompie

Hallo, hier ben ik weer. Mamma moet altijd auto rijden. En Pappa moet altijd fietsen. Soms moet Pappa poetsen aan zijn fiets. Dan moet hij vegen met een doekje. En druppelen met een flesje. Het liefste sta ik daar met mijn neus bovenop. Maar ik mag er nooit aankomen van Pappa. En toen ik het pas toch deed, had ik hele zwarte vingers. Gelukkig heeft Mamma het toen weer schoongemaakt. Als Pappa pompie moet doen dan mag ik helpen. Het gaat wel heel zwaar, maar ik kan het al heel goed. En later als ik groot ben ga ik met Pappa mee fietsen!

Als het heel warm is, doet Mamma wel eens badje maken. Dan gaat ze eerst een plastic ding pakken. En dan moet ze blazen. Heel hard. En dan gaat Pappa altijd water halen. Ik heb al heel veel speelgoed voor in mijn badje. Een emmertje. En balletjes. En ook een gietertje. Die vul ik dan met water en gooi ik over Oma haar voeten heen. Ze moet dan altijd heel hard gillen. Dat is leuk. En het mooiste is als ik van de Pappa- of Mamma-glijbaan af mag. Eerst op schoot en dan hoepsakee zo mijn badje in!

Pas waren er andere kindjes om mee te spelen. Kyra en Nieké. En Matthijs en Sjoerd. Dat was heel gezellig. We gingen fijn voetballen. En spelen in de speeltuin. Vaak ging Oma dan ook mee. Die houdt ook van speeltuinen volgens mij. Kyra en Nieké hebben heel mooi speelgoed. Daar mocht ik lekker mee spelen. Bij Kyra en Nieké in de caravan hebben ze een speciaal luikje voor het speelgoed. Gelukkig mocht ik daar ook in kijken. En het mooiste waren toch wel de fietsjes. Daar heb ik de hele tijd mee gespeeld. Alleen kon ik nét niet goed met mijn voeten bij de trappers...

Doei doei

vrijdag 23 juli 2010

Mijlpaaltje

Onze vrienden Frits en Ellen met de kinderen blijken al erg dicht bij ons in de buurt te kamperen. Op maandag komen ze 's ochtends bijtijds naar ons toe. Ellen rijdt de caravan naar de volgende camping, terwijl Frits mij een dag gaat vergezellen met fietsen. En het leuke is: Met Frits erbij weet je dat er altijd iets gaat gebeuren, maar je weet nooit wat. Hij heeft zijn mountainbike meegenomen en maakt voordat we gaan rijden de legendarische opmerking "Deze fiets heb ik al vijf jaar en ik heb er nog nooit iets mee gehad!". Nou, dan weet je eigenlijk al genoeg natuurlijk, maar ik zal jullie de rest van het verhaal niet onthouden...

Na een kilometer of twee na het vertrek kunnen we al van de fiets. Frits heeft andere banden gemonteerd, maar deze blijken niet helemaal goed te passen, waardoor hij enigzins eironde banden heeft. Hij laat zijn achterband leeglopen om de buitenband goed te zetten, maar als hij deze wil oppompen blijkt zijn fietspompje niet op het (auto)ventiel van zijn binnenband te passen. Gelukkig heeft mijn Lientje een vooruitziende blik gehad en is iets later als ons vertrokken om te kunnen helpen indien nodig. Ze rijdt met het achterwiel naar de garage een paar kilometer terug, maar die blijkt dicht te zijn op maandagochtend. Maar we hebben nog een troef achter de hand: Als het goed is hebben we ergens ver achterin het karretje een verloopnippel voor het ventiel zodat de band kan worden opgepompt. Na een zoekactie van ruim twintig minuten wordt het kleinnood opgeduikeld en kunnen we met een uur vertraging verder.

Na een kleine vijfentwintig kilometer hebben we euvel twee: De voorderailleur begeeft het. Het schakelen naar een ander tandwiel moet indien nodig handmatig gebeuren. Tot overmaat van ramp blijkt de achterderailleur door te trappen als hij veel kracht op zijn pedalen zet. Tien kilometer voor de camping wordt hem dat fataal. Hij wil nog even aanzetten op een klimmetje, maar daarbij slaat zijn stuur dubbel waardoor hij met een smak op het asfalt klapt. Maar Frits laat zich niet kennen en stapt met enig gekreun toch weer op de fiets om zijn weg te vervolgen. En na 75 kilometer komen we moe maar voldaan op de camping in Quingey aan.

Op de camping zijn niet alleen Ellen, mijn schoonouders en Jacqueline gearriveerd. Ook de broer van Ellen met vrouw en kinderen heeft zich bij ons aangesloten waardoor we met een lekker grote club zijn. Een paradijs voor Basje met andere kinderen en ander speelgoed om zich heen. De rosé smaakt goed 's avonds en we testen de akoestiek van het washok door luidkeels Hollandse hits te galmen, wat af en toe vreemde blikken oplevert van de mensen die langslopen. De mooie druipsteengrotten die we bezoeken zijn met een constante temperatuur van 13 graden Celsius een welkome afwisseling met het warme weer van de afgelopen dagen.

Op donderdag nemen we afscheid van elkaar en vervolgen wij onze weg in noordelijke richting. Bij Marnay bereiken we toch wel een mijlpaaltje. Daar beginnen we aan het laatste van acht fietsboekjes. Ondertussen hebben we er ruim 2500 kilometer opzitten en als het goed is zijn we over drie weken thuis, wat toch wel een raar idee is. In de afgelopen weken zijn we elk gevoel voor tijd kwijtgeraakt. Vaak moeten we al nadenken over welke dag van de week het is. Maar het bevalt ons nog zo goed dat we nog maar niet teveel nadenken over het geregelde leven waar we over een tijdje waarschijnlijk al weer aan gewend zijn.

Fritsige groeten