woensdag 11 augustus 2010

Weer thuis

Op dinsdag pakken we al vroeg onze kampeerspullen in, maar nu voor de allerlaatste keer. Toch wel een raar idee dat we over een paar uurtjes thuis zijn. Zelfs Bas lijkt het aan te voelen dat er iets gaat gebeuren, want hij loopt tegen zijn gewoonte in continu te jengelen. Mijn fietsroute volgt grotendeels de Maas en aan het begin van de middag ben ik terug aan de Bekkersstraat nummer zes in Arnhem. Ik ben zelfs eerder dan Jacqueline, die weer ergens uitgebreid koffie heeft zitten drinken. De ontvangst is hartelijk door een aantal buurtjes en ook mijn schoonouders staan ons al voor de deur met kippensoep op te wachten. Als ik de huiskamer inloop lijkt het alsof ik in een vreemd huis ben. En dan zit het er dus op...

Als ik zo terug kijk dan hebben we een fantastische tijd gehad, maar dat hebben jullie allemaal kunnen lezen volgens mij. Gelukkig hebben we alles zonder ziekte of andere calamiteiten kunnen doen. Dat is toch wel het allerbelangrijkste. Het was voor ons spannend om te zien hoe Bas op de elke keer veranderende omgeving en omstandigheden zou reageren, maar dat is echt super gegaan. Volgens mij had ook hij er nog geen genoeg van. En niet in de laatste plaats: We hebben natuurlijk enorm genoten van de berichtjes en sms-jes van iedereen die met ons meegeleefd heeft. Dat waren voor ons toch altijd weer cadeautjes om te lezen, waarvoor dank.

En nu? Gewoon weer naar het werk volgende week. Dat zal ook wel even omschakelen zijn. Zeker omdat we eigenlijk nog niet naar huis terug verlangden. Even waren we nog in de verleiding toen we het verkeersbord van de foto tegenkwamen om rechtsomkeert te maken, maar dat hebben we toch maar niet gedaan. Het houdt een keer op toch? Een collega maakte misschien nog wel de meest treffende opmerking. Die zei: "Ach, bij jullie is dat geen einde, maar gewoon een opmaat voor iets nieuws.". En zo is het maar net!

Laatste groeten

maandag 9 augustus 2010

Bijna...

De Mexicaanse avond op de camping in Kyllburg was voortreffelijk en ook de overige dagen hebben we ons prima vermaakt daar. Op een gegeven moment leek het wel of we kinderruil met de Limburgse buren hadden gedaan. Het buurmeisje zat bij ons in de tent te spelen, terwijl Bas niet van de driewieler van het buurmeisje was af te slaan. Bij het vertrek op vrijdag mogen de kinders nog even in mijn karretje zitten, wat een paar leuke foto's oplevert. En als ik terugkom van het afrekenen zit er ook nog eens een lief kaartje onder mijn ruitenwisser. Mijn dag kan niet meer stuk!

In Italië en Frankrijk heb ik bijna de gehele fietsroute van Wim kunnen rijden vanwege het ontbreken van "echte" fietspaden daar. Dat waren voornamelijk de leuke binnendoor weggetjes, wat mij en Bas veel rijplezier heeft bezorgd. In de Eifel moet ik echter weer mijn eigen weg gaan kiezen om op de volgende overnachtingsplaats te komen. Toch wel jammer, maar het is niet anders. Ons volgende doel is Heimbach, met een prachtig stuwmeer en een mooie krachtcentrale in Jugendstil.

Maar daar aangekomen blijkt de camping die we gepland hadden toch niet helemaal te zijn wat we ervan verwacht hadden. Het sanitair lijkt al net zou oud en smoezelig als de dame op leeftijd die ons een korte rondleiding geeft. Uiteindelijk besluiten we maar om in Heimbach een kamer te zoeken. We komen terecht bij de plaatselijke bakker die nog een "zimmer frei" heeft. Een lekker fout ingerichte bovenkamer, maar wel alles proper en netjes. Bas is helemaal de koning te rijk met de grote bak speelgoed die door de eigenaresse nog ergens wordt opgeduikeld.

Vanaf Heimbach volgen we het riviertje de Roer stroomafwaarts. En even een Triviant-vraag tussendoor: Waar kom je dan uit als je maar lang genoeg doorrijdt? Juist, in Roermond! De route er naartoe doet voor ons oude tijden herleven. Toen we vijf jaar terug naar Rome gingen kwamen we ook al door plaatjes als Jülich en Linnich. Maar toen hadden we nog een hele reis voor de boeg, nu zijn we dan toch bijna thuis. Bij Vlodrop rij ik de grens over en kan het niet nalaten om op de markt samen met Bas lekker kibbelingen met ravigottesaus te gaan eten. Da's toch één van de weinige dingen die ik gemist heb de afgelopen maanden...

En nu zitten we op een kleine camping een paar kilometer buiten Roermond voorzichtig te wennen aan het idee dat we over een paar dagen thuis zijn. En de weemoedigheid begint nu al toe te slaan. Met het geluid van een dance-feest op de achtergrond zitten we 's avonds met een Moezelwijntje herinneringen op te halen. Weet je nog? Ja, ik weet het nog. Maar aan alles komt een einde. En aan de andere kant verlangen we ook wel weer naar het terugzien van een aantal dierbaren, die ons nu wel lang genoeg gemist hebben.

Weemoedige groeten

donderdag 5 augustus 2010

Zakgeld?

Opa en Pappa prikken altijd met hun gezicht 's ochtends. Als ik dan met ze knuffel is dat helemaal niet prettig. Maar dan gaan ze altijd scheren. Dan zetten ze zo'n ding tegen hun gezicht. Dat begint dan heel hard te broemen en dan bewegen ze dat ding heen en weer. Dat ziet er wel heel grappig uit. En het gekke is dan dat hun gezicht na een tijdje niet meer prikt! Van Opa mocht ik het een tijdje terug ook eens proberen. Dat was wel een raar gevoel aan mijn gezicht. En ook zo'n herrie bij mijn oren. Toen Pappa een foto maakte was ik alleen nog niet zo wakker...

Na het eten moeten altijd de bordjes gewassen worden. Meestal doen Pappa en Mamma dat, maar héél soms mag ik helpen. Dan gaan alle spulletjes in een witte bak. En een doorzichtige fles met geel spul. En een blauw sponsje. Dan mag ik samen met Pappa of Mamma de witte bak vasthouden en gaan we naar de kraan. Dan wordt alles eerst nat gemaakt. En even later alles weer droog. Dan lopen we weer terug en mag ik helpen alles op te bergen. Volgens Mamma kan ik dat al heel goed!

Pappa en Mamma moeten vaak boodschappen doen. Soms als we dan naar de winkel gaan staan daar van die apparaten. Pappa of Mamma gooien er dan wel eens een centje in. Dan mag ik altijd aan de grote knop draaien en dan komt er iets uit. Een grote plastic bal. Of een kleine. Meestal met een cadeautje erin. Of soms ook snoepjes. Dat is wel fijn. Een tijdje terug kwamen we ook weer langs zo'n apparaat. Ik liep er snel naar toe en begon op de knopjes te drukken. Alleen Pappa of Mamma wilden er geen centjes in gooien dit keer. Dat was wel flauw. "Dat doe je later maar van je eigen zakgeld!" zei Pappa toen. Raar hè?

Prikkende groeten

woensdag 4 augustus 2010

Contrast

Na een regenachtige nacht nemen we op zondag de tijd om op te breken. Zo kunnen de tent en aanverwante artikelen toch nog enigzins droog worden ingepakt. Pas tegen het middaguur vertrekken we om Frankrijk definitief achter ons te laten. De laatste kilometers in Lotharingen zijn zoals vele eerdere: Qua omgeving mooi, maar vanuit toeristisch oogpunt gezien niet echt boeiend. Het wisselvallige weer van de afgelopen dagen zorgde soms wel voor een boeiend schouwspel. Het ene moment reed je onder een gigantische regenbui door en stond je je regenjas uit je fietstas te halen, terwijl even later de zon weer doorbrak en het landschap opnieuw werd ingekleurd.

Bij Cattenom pikken we de Moezel weer op en volgen deze tot in Duitsland. En wat een contrast! Om te beginnen is het fietspad langs de Moezel zo vlak als het maar zijn kan. Dat heb ik de afgelopen weken weinig gezien. Met groot gemak schieten de kilometers onder mijn fiets vandaan, mede te danken aan de westelijke wind die in mijn rug blaast. Alles lijkt hier weer kleurrijk en levendig, zeker als de zon schijnt. Elk zichzelf respecterend dorp heeft hier zijn eigen wijnfeest, met over het algemeen een grote tent, hoempapa muziek en natuurlijk veel witte wijn. De gedachte daaraan maakt mijn mond droog en doet mij nog meer verlangen naar een heerlijke koude Riesling.

In Konz, een paar kilometer vanaf Trier pakken we een hotelletje. Op advies van de eigenaresse gaan we 's avonds eten op z'n Duits. Géén haute cuisine, maar vooral degelijke kost, in grote porties. We laten ons de "Schweinmedaillions mit champignonrahmsauce, gemüse und bratkartoffeln" goed smaken. Ik kan het niet nalaten om een culinair gelijkgestemde collega even subtiel te sms-sen dat het leven goed is hier. Ook het uitgebreide ontbijt in het hotel staat in schril contrast met dat in Frankrijk. Daar kregen we meestal stokbrood, een beetje jam en een kop koffie of thee. Dat kunnen die Duitsers dan toch stukken beter...

Maar lang aan de Moezel blijven we niet. Zodra we Trier gepasseerd zijn gaan we in noordelijke richting verder, de Eifel in. De schijn kan bedriegen, maar hier lijken de klimmetjes wat steiler als degene die ik de afgelopen weken voor mijn kiezen heb gehad. Een kilometer of vijftig verder zetten we onze tent weer op we neer op de camping in Kyllburg. En als je niet beter zou weten zou je denken dat je al in Nederland bent. Alléén maar Nederlanders hier, maar wel een leuke gemoedelijke sfeer. We staan met onze tent op een punt waar zo'n beetje iedereen die de camping opkomt en verlaat langskomt, wat voor veel aanspraak zorgt. "Zijn jullie helemaal uit Nederland hier met dat karretje?". Meestal vertellen we gemakshalve maar een verkorte versie van het hele verhaal...

Bas heeft alweer aansluiting gevonden bij de buurmeisjes, waarmee hij nu in bad zit (Hoe doet hij dat toch? Dat is mij nooit gelukt!). Vanavond is er een feestavond met een Mexicaans buffet waarvoor we ons natuurlijk hebben opgegeven en een wedstrijd brughangen boven het riviertje. Bas heeft vanmorgen al meegeholpen met het opblazen van de ballonnen en een mooie tekening gemaakt ter versiering van de brug. Hij stond zelfs met zijn billen te schudden op de aanstekelijke klanken van K3. Dat belooft een gezellige avond te worden!

Mexicaanse groeten

zaterdag 31 juli 2010

Rommelmarkt

Waar de Jura nog behoorlijk toeristisch is met een aantal grote campings, is het gebied ten noorden daarvan het tegenovergestelde. Alles staat hier in het teken van de grootschalige akkerbouw. De ontvolkte dorpjes liggen telkens diep verscholen tussen de glooiende heuvels. Overnachtingsmogelijkheden moet je hier écht met een vergrootglas zoeken. In Charmes komen we op de plaatselijke camping aan de Moezel terecht. Supersimpel, maar wel met een gemoedelijk sfeertje. Vanuit hier gaan we een dagje winkelen in Nancy en maken we een leuke rondrit in de omgeving, waarbij we op een eenvoudige maar gezellige markt belanden. En een nieuw laagterecord met afrekenen: Drie nachten, twee plaatsen, inclusief stroom voor het wonderlijke bedrag van € 62,40. Lang leve de niet-toeristische gebieden!

In Château-Salins is het qua overnachtings- mogelijkheden niet beter gesteld. De camping en gîte zijn gesloten en we belanden middenin het dorp in het enige hotelletje pal naast de kerk. En elk uur worden we verblijdt met het geluid van de klokken, tot groot vermaak van Bas. "Bim bam" zegt hij dan, met een vingertje in de lucht en een grote glimlach. Wat een lekker mannetje is het toch. De inrichting van de hotelkamers is zeker de moeite van het vermelden waard. Het lijkt wel of iemand met een beperkt budget naar de rommelmarkt is geweest en daar van alles heeft gekocht wat niét bij elkaar past. Maar juist dat, samen met de hartelijkheid van de gastheer en -vrouw zorgen voor een leuk sfeertje.

Aangezien er behoorlijk wat regen wordt voorspeld, besluiten we een dagje langer in het hotel in Château-Salins te blijven. Alleen mijn ouders houden het voor gezien. Die hebben nu bijna vier weken met ons meegereisd, maar de koek is nu op. De vermoeidheid en de pijn in haar rug worden mijn moeder nu toch iets teveel. Ze besluiten terug naar Nederland terug te rijden. Jammer, maar toch fijn dat ze zo'n tijd intensief met ons en vooral ook Bas mee hebben kunnen maken. We mogen de laatste weken dus weer met ons drietjes verder.

Ondertussen zitten we middenin Lotharingen. De dorpjes stellen nog steeds niet veel voor. Vaak alleen een brede straat met aan weerszijden bijna gelijke huizen. Grauw en grijs voeren hier de boventoon. Maar het is wel goed te beseffen dat hier in de eerste wereldoorlog zwaar gevochten is, waarbij tienduizenden jonge mensen gesneuveld zijn. Voor het land betekende dit bijna 100% vernietiging van alles wat boven de grond uitstak. In letterlijk ieder dorp hier is een gedenkteken terug te vinden voor de "Nos enfants morts", met een trots wapperende Franse vlag.

Onder de rook van vier enorme koeltorens van de kerncentrale zitten we nu bij Thionville op een gezellige camping. Vooral Bas geniet met volle teugen: Er is een grote speeltuin en bij de receptie lopen twee geiten los om de gasten te verwelkomen. En gelukkig hebben ze hier twee wasmachines én een droger zodat de opgestapelde was van de afgelopen dagen kan worden gedaan. Het duurt nog maar even of we houden Frankrijk voor gezien. Nog één etappe en dan zitten we vlakbij Trier aan de Moezel in Duitsland schnitzels te eten die mijn vader dus misloopt...

Bis nächste mal

maandag 26 juli 2010

Pompie

Hallo, hier ben ik weer. Mamma moet altijd auto rijden. En Pappa moet altijd fietsen. Soms moet Pappa poetsen aan zijn fiets. Dan moet hij vegen met een doekje. En druppelen met een flesje. Het liefste sta ik daar met mijn neus bovenop. Maar ik mag er nooit aankomen van Pappa. En toen ik het pas toch deed, had ik hele zwarte vingers. Gelukkig heeft Mamma het toen weer schoongemaakt. Als Pappa pompie moet doen dan mag ik helpen. Het gaat wel heel zwaar, maar ik kan het al heel goed. En later als ik groot ben ga ik met Pappa mee fietsen!

Als het heel warm is, doet Mamma wel eens badje maken. Dan gaat ze eerst een plastic ding pakken. En dan moet ze blazen. Heel hard. En dan gaat Pappa altijd water halen. Ik heb al heel veel speelgoed voor in mijn badje. Een emmertje. En balletjes. En ook een gietertje. Die vul ik dan met water en gooi ik over Oma haar voeten heen. Ze moet dan altijd heel hard gillen. Dat is leuk. En het mooiste is als ik van de Pappa- of Mamma-glijbaan af mag. Eerst op schoot en dan hoepsakee zo mijn badje in!

Pas waren er andere kindjes om mee te spelen. Kyra en Nieké. En Matthijs en Sjoerd. Dat was heel gezellig. We gingen fijn voetballen. En spelen in de speeltuin. Vaak ging Oma dan ook mee. Die houdt ook van speeltuinen volgens mij. Kyra en Nieké hebben heel mooi speelgoed. Daar mocht ik lekker mee spelen. Bij Kyra en Nieké in de caravan hebben ze een speciaal luikje voor het speelgoed. Gelukkig mocht ik daar ook in kijken. En het mooiste waren toch wel de fietsjes. Daar heb ik de hele tijd mee gespeeld. Alleen kon ik nét niet goed met mijn voeten bij de trappers...

Doei doei

vrijdag 23 juli 2010

Mijlpaaltje

Onze vrienden Frits en Ellen met de kinderen blijken al erg dicht bij ons in de buurt te kamperen. Op maandag komen ze 's ochtends bijtijds naar ons toe. Ellen rijdt de caravan naar de volgende camping, terwijl Frits mij een dag gaat vergezellen met fietsen. En het leuke is: Met Frits erbij weet je dat er altijd iets gaat gebeuren, maar je weet nooit wat. Hij heeft zijn mountainbike meegenomen en maakt voordat we gaan rijden de legendarische opmerking "Deze fiets heb ik al vijf jaar en ik heb er nog nooit iets mee gehad!". Nou, dan weet je eigenlijk al genoeg natuurlijk, maar ik zal jullie de rest van het verhaal niet onthouden...

Na een kilometer of twee na het vertrek kunnen we al van de fiets. Frits heeft andere banden gemonteerd, maar deze blijken niet helemaal goed te passen, waardoor hij enigzins eironde banden heeft. Hij laat zijn achterband leeglopen om de buitenband goed te zetten, maar als hij deze wil oppompen blijkt zijn fietspompje niet op het (auto)ventiel van zijn binnenband te passen. Gelukkig heeft mijn Lientje een vooruitziende blik gehad en is iets later als ons vertrokken om te kunnen helpen indien nodig. Ze rijdt met het achterwiel naar de garage een paar kilometer terug, maar die blijkt dicht te zijn op maandagochtend. Maar we hebben nog een troef achter de hand: Als het goed is hebben we ergens ver achterin het karretje een verloopnippel voor het ventiel zodat de band kan worden opgepompt. Na een zoekactie van ruim twintig minuten wordt het kleinnood opgeduikeld en kunnen we met een uur vertraging verder.

Na een kleine vijfentwintig kilometer hebben we euvel twee: De voorderailleur begeeft het. Het schakelen naar een ander tandwiel moet indien nodig handmatig gebeuren. Tot overmaat van ramp blijkt de achterderailleur door te trappen als hij veel kracht op zijn pedalen zet. Tien kilometer voor de camping wordt hem dat fataal. Hij wil nog even aanzetten op een klimmetje, maar daarbij slaat zijn stuur dubbel waardoor hij met een smak op het asfalt klapt. Maar Frits laat zich niet kennen en stapt met enig gekreun toch weer op de fiets om zijn weg te vervolgen. En na 75 kilometer komen we moe maar voldaan op de camping in Quingey aan.

Op de camping zijn niet alleen Ellen, mijn schoonouders en Jacqueline gearriveerd. Ook de broer van Ellen met vrouw en kinderen heeft zich bij ons aangesloten waardoor we met een lekker grote club zijn. Een paradijs voor Basje met andere kinderen en ander speelgoed om zich heen. De rosé smaakt goed 's avonds en we testen de akoestiek van het washok door luidkeels Hollandse hits te galmen, wat af en toe vreemde blikken oplevert van de mensen die langslopen. De mooie druipsteengrotten die we bezoeken zijn met een constante temperatuur van 13 graden Celsius een welkome afwisseling met het warme weer van de afgelopen dagen.

Op donderdag nemen we afscheid van elkaar en vervolgen wij onze weg in noordelijke richting. Bij Marnay bereiken we toch wel een mijlpaaltje. Daar beginnen we aan het laatste van acht fietsboekjes. Ondertussen hebben we er ruim 2500 kilometer opzitten en als het goed is zijn we over drie weken thuis, wat toch wel een raar idee is. In de afgelopen weken zijn we elk gevoel voor tijd kwijtgeraakt. Vaak moeten we al nadenken over welke dag van de week het is. Maar het bevalt ons nog zo goed dat we nog maar niet teveel nadenken over het geregelde leven waar we over een tijdje waarschijnlijk al weer aan gewend zijn.

Fritsige groeten

zondag 18 juli 2010

Franse humor

Vanuit Poncin vervolgen we onze route en volgen tientallen kilometers het riviertje de Ain stroomopwaarts. Op diverse plaatsen zijn dammen aangelegd met een bijbehorende electriciteitscentrale. De grootste en meest imposante is de Barrage de Vouglans, met daarachter het op één na grootste stuwmeer van Frankrijk. Op zich wel een beetje dubbel: Het mooie uitzicht van vele kilometers ver over het meer is mogelijk gemaakt door de betonnen constructie van meer dan 100 meter hoogte en de talloze hoogspanningsmasten en -kabels die het landschap ontsieren.

In principe volg ik waar mogelijk Wim zijn fietsroute. Die heeft vaak de leuke kleine weggetjes die toch een stuk aantrekkelijker zijn dan de grotere B-wegen die mijn navigatie over het algemeen uitzoekt. Maar op de route langs de Ain let ik even niet op en wijk ik van de route af. Niets aan de hand op zich: Bij het eerstvolgende plaatsje kan ik via een andere weg weer terugsteken. Maar de weg blijkt een onverhard keienpad te zijn, met enorme hobbels en kuilen. Ik begin mij langzaam wat zorgen te maken, want als hier iets gebeurt kom ik er zonder hulp met geen mogelijkheid meer uit. Maar aan de andere kant moet ik lachen, want mijn ouders rijden achter mij aan en ik zou graag eens even meeluisteren naar het plat-haagse commentaar wat ze nu leveren. Gelukkig komt na een kilometer of vier een einde aan het gestuiter.

Na het tanken, anderhalve kilometer voor de volgende camping in Mesnois, stopt ineens mijn karretje met pruttelen en is met geen mogelijkheid meer aan de praat te krijgen. Als ik de contactsleutel omdraai hoor de startmotor aanslaan, maar daarna houdt het gewoon op, er is geen leven meer in te krijgen. Maar wat nu? Mijn karretje heuvelop terugduwen naar de garage is ook niet echt een optie. Na enig logisch nadenken kom ik tot de conclusie dat het mogelijk de bougie is die vuil is en niet vonkt, waardoor er geen ontsteking plaatvindt. Gelukkig doet mijn pa nog een rondje om de auto en ziet dat de bougiekabel loshangt, waarschijnlijk door het gehobbel op de alternatieve route eerder die dag. En inderdaad, na het terugzetten van de bougiekabel is het gewoon weer starten en rijden. Volgens mij heeft iemand een biertje verdiend!

Op elke camping waar we komen hangt over het algemeen bij de receptie een A4-tje met de weersvoorspelling van de komende dagen. Maar we hebben hier in Frankrijk eerder een mooie variant gezien.









Geen A4-tje of lokale Piet Paulusma, maar een platte steen die aan een ketting hangt en het weer kan voorspellen. En er hangt de volgende uitleg bij:

- De steen is nat: Regen
- De steen is droog: Geen regen
- Schaduw onder de steen: Zonneschijn
- De steen is wit bovenop: Sneeuw
- De steen is niet te zien: Mist
- De steen beweegt: Winderig
- De steen gaat op en neer: Aardbeving
- De steen ligt op de grond: Tornado
- U ziet twee stenen: Stoppen met drinken

Ondertussen zijn we in de Jura aangekomen, ongeveer op de hoogte van Zwitserland. We zitten in het merengebied en overal waar je kijkt is het hier glooiend en groen. Klaarblijkelijk is het ook voor Nederlanders een aantrekkelijk vakantiegebied gezien het aantal Nederlandse kentekens dat we tegenkomen. Frits en Ellen, goede vrienden van ons, gaan ons vanaf hier een paar dagen vergezellen. Leuk voor iedereen, want Bas heeft in Nieké en Kyra twee speelkameraadjes. Voor Wim, want als het goed is gaat Frits een dag mee fietsen. En natuurlijk ook voor mij, ik kan lekker bijpraten met Ellen!

Hobbelige groeten

donderdag 15 juli 2010

Frunniken

Hallo, daar ben ik weer. Vaak kookt Pappa 's avonds op zijn kookie, maar daar mag ik nooit aanzitten. Dan wordt Pappa boos. "Dat is au!" zegt hij dan. Maar ik geloof het niet helemaal. Want pas toen ik er stiekem aanzat deed het helemaal geen zeer. En af en toe is het feest. Dan gaan we eten waar ik frietjes, kipdingen en een speelgoedje krijg. Daar hebben ze allemaal gekleurde stoeltjes. En er zijn dan allemaal andere kindjes. En veel dikke mensen. De ijsjes zijn er lekker zacht, dat is fijn. Het mooiste is de speeltuin. Dan gaat Mamma meestal mee, dat is leuk. Lekker klimmen, klauteren en springen. Maar ze bleef de laatste keer wel hangen in de glijbaan...

's Ochtends ga ik altijd lekker spelen, maar in de loop van de middag word ik meestal een beetje moe. Soms zo moe dat tijdens het eten mijn hoofdje al begint om te vallen. Dan gooit Pappa of Mamma mij op m'n zijkant om te gaan slapen. Daarna word ik in de tent in mijn bedje gelegd. Alleen de laatste dagen is het een beetje erg warm in de tent. En daarom zetten Pappa en Mamma mijn bedje lekker buiten in de schaduw. Vaak doet Mamma er ook nog een groen netje overheen. "Tegen de beestjes" zegt ze dan. Maar ik vind beestjes juist gezellig!

Pappa en Mamma vonden dat mijn haren te lang werden. Ik vond het zelf wel stoer staan. Maar er moest een beetje af. Bij de kapper. Er was weer zo'n aardige juffrouw met een schaar. Ik ben heel stil blijven zitten toen ze aan mijn hoofd ging frunniken. Oma vond het ook wel spannend volgens mij. Die stond er met haar neus bovenop. Maar achteraf zei ze wel dat ik er heel mooi uitzag. Ik was even bang dat de meisjes mij niet meer leuk zouden vinden. Maar 's avonds op het feest werd ik weer spontaan gekust door een meisje. Dus het knippen zal wel goed gelukt zijn!

Gekrulde groeten

woensdag 14 juli 2010

Vuurwerk

Op één van de rustdagen bezoeken we op aanraden van de eigenaresse van de camping het middeleeuwse pelgrimsdorpje Saint-Antoine d'Abbaye. Blikvanger is, zoals de naam al doet vermoeden, de abdij. Deze wordt gezien als één van de hoogtepunten van gotische architectuur in deze regio. Aan de buitenkant behoorlijk uitbundig, maar van binnen soberder ingericht zonder al te veel opsmuk. Op verschillende wanden zijn nog restanten van fresco's te zien en er is een aardige verzameling van allerlei relikwieën te bekijken. Maar ook de rest van het plaatsje is de moeite waard. Helaas voor ons zijn we een week te vroeg voor het jaarlijkse middeleeuwse feest.

Op zondagavond zit ik met mijn schoonpa verwachtingsvol voor de buis voor dé voetbalwedstrijd van het Nederlands elftal. En we zijn niet alleen. Zo'n beetje iedere Hollander op de camping heeft zich verzameld in het snikhete hokje. Enkele enthousiastelingen zijn zelfs in het oranje en met vuvuzela. En tja, wat moet je er verder nog van zeggen. Slechte wedstrijd, slechte scheids en een onfortuinlijke afloop. Het meest irritant was nog een Nederlandse dame achter ons die de gehele wedstrijd ongevraagd van ondeskundig commentaar voorzag. Nu zul je mij niet snel horen zeggen dat vrouwen geen verstand van voetbal hebben, maar deze dame zorgt er voor dat dit vooroordeel nog wel even blijft bestaan.

Stel je voor: Je bent jarenlang postbode. En uit verveling fantaseer je tijdens je postrondes een paleis bij elkaar. En je besluit het te gaan bouwen ook. Dat is precies wat Ferdinand Cheval deed in Hauterives. Daar bouwde hij 33 jaar aan zijn Palais Idéal. Het is een imposant Gaudi-achtig bouwwerk van metselkalk en stenen geworden dat zijn gelijke niet kent. In zijn tijd werd hij gezien als de dorpsgek, maar uiteindelijk heeft hij toch erkenning voor zijn werk gekregen. Het Palais is uitgeroepen tot monument en een belangrijke toeristische trekpleister geworden. En wij gaan natuurlijk ook een kijkje nemen.

Als ik op maandag voor een café wat zit te drinken, word ik aangesproken door een Nederlandse dame op de fiets. Ze is op weg richting de Alpen om daar een aantal van de grote cols te gaan bedwingen en om vervolgens ook weer terug naar Nederland te fietsen. Een knappe prestatie, maar ik zou het op de manier zoals zij het doet niet kunnen. Zes weken helemaal alleen op pad, dus niemand om je verhalen mee te delen. En bijna alleen maar fietsen, dus ook amper tijd om te ontspannen en leuke dingen te bekijken. Laat mij dan maar lekker rondreizen samen met mijn Lientje en onze kleine Bas, dan heb ik het veel beter naar mijn zin.

Het eerste gedeelte van het Rhônedal is qua landschap nog het best te vergelijken met de Ardennen. Het fietsen is een soort intervaltraining geworden met steile korte klimmetjes en afdalingen. Erg lastig om een beetje ritme te vinden, zeker met de hitte die ons nog steeds teistert. Rondom Lyon wordt het dan weer even vlakker en tegelijkertijd ook minder interessant met veel rechte wegen tussen het mais en de hoogspanningsmasten. En als het dan ook nog eens bewolkt is zoals gisteren, dan lijkt het allemaal nóg somberder. Voordeel is wel dat je bijna als vanzelf flink doortrapt met fietsen.

Op dit moment zitten we aan de rivier de Ain in Poncin op de gemeentecamping. Gisteravond hebben we een soiree-dansant gehad met muziek verzorgd door de plaatselijke synthesizerhelden Jean en Gaby. Geen hoogvliegers, maar ze weten de sfeer er aardig in te brengen. Vooral Bas krijgt er geen genoeg van en gaat met tegenzin om tien uur naar bed. Het vuurwerk om half elf, van tevoren door ons ingeschat op vijf rotjes en een vuurpijl, is verrassend mooi en uitgebreid. Om één uur 's nachts rollen we voldaan onze tenten in, in afwachting van de volgende hete dag.

Knallende groeten

vrijdag 9 juli 2010

Jarig

Vaison-la-Romaine is een toeristische attractie van formaat. Centraal ligt de gallo-romeinse brug die al bijna 2000 jaar met zijn 17 meter lange boog de Ouvèze overspant en een aantal heftige overstromingen heeft overleefd. Het heeft ook een middeleeuwse bovenstad die zich hoog boven de rivier bevindt met een imposant kasteel als blikvanger. De fraai gerestaureerde steegjes zijn steil en met een soort gladde grote kiezelstenen geplaveid. Vaison dankt zijn bijnaam 'la Romaine' aan de belangrijke Romeinse opgravingen die op twee locaties aan het begin van de vorige eeuw werden blootgelegd. En op dinsdag is er altijd een leuke markt, wat mij een vrolijk jurkje oplevert.

Met mijn ouders toeren we nog lekker een dagje in de buurt van de Mont Ventoux en pakken een terrasje. We doen ook nog een poging het luchtbed van mijn vader te reanimeren. Na wat gepruts met water een zeepsop vinden een lek wat we gelukkig kunnen plakken. Maar de volgende nacht blijkt dat het luchtbed nog steeds langzaam leegloopt. Als hij met een grote knal ook nog door de bijbehorende stretcher heen zakt en buiten in een stoel moet slapen is de maat vol: Ze kopen een nieuwe! En je zou het niet geloven, maar ze hebben het nog steeds naar hun zin...

Op de dag dat we uit Vaison-la-Romaine vertrekken ben ik jarig. 's Ochtends in de tent wordt ik al enthousiast toegezongen en bij 'hieperdepiep hoera' gooit Bas vrolijk zijn handjes in de lucht. Van Wim en Bas krijg ik symbolisch een litertje motorolie, voor nog vele veilige en gezellige kilometers met z'n drietjes. De mobiele telefoon piept vrolijk van de sms-jes met felicitaties. En als klap op de vuurpijl hangen er ook nog ballonnen aan de tent. Zo voel ik mij toch nog een beetje jarig in het verre Frankrijk. Maar lang kan ik er niet van genieten: De hele boel moet worden opgebroken, we gaan weer verder!

Met de lipstickroze auto van mijn ouders in de achteruitkijkspiegel rij ik met Bas via kleine binnenweggetjes nog enkele tientallen kilometers in westelijke richting. Hier komen we ook de eerste velden met zonnebloemen tegen. We rijden ook door de wijngaarden van de Côte du Rhône, waar in de oogsttijd de tractoren met druiventrossen af en aan rijden. Door elke wijnboer wordt je via reclameborden uitgenodigd te komen proeven. Maar als we bij elke 'cave' zouden stoppen en een glaasje zouden nemen komen we niet ver vermoed ik...

Na een warme hotelovernachting in een dorpje met de mooie naam La Begude de Mazenc ontbijten we 's ochtends in het plaatselijke park met knapperend verse baguettes en croissants. We verkassen vandaag een kleine honderd kilometer door een golvend landschap. Dat is met een temperatuur die is opgelopen tot ruim 35 graden geen pretje meer, vooral voor Wim niet op de fiets. Maar door langzaam aan te doen en de nodige tussenstops in te lassen komen we toch in St. Donat-sur-l'Herbasse aan. Met klotsende oksels, dat wel. En gelukkig voor Wim en mijn vader kan de finale van het WK voetbal op deze camping in breedbeeld worden bewonderd!

Snikhete groeten

dinsdag 6 juli 2010

Wakker worden

Hallo, hier ben ik weer. Ik heb heel veel mooi speelgoed. Een tractor. En een loopauto. En een voetbal. Maar nu is mijn grootste stuk speelgoed er weer. Oma! Het is nu heel warm hier. Zo warm, dat we soms een ijsje mogen eten. En pas mocht ik dat met m'n oma doen. Aan de buitenkant zat lekkere choco. En aan de binnenkant was het lekker zacht. Alleen de choco werd zacht in mijn handjes. En toen werden ze bruin. En ook mijn gezicht werd bruin. Maar het was wel lekker. Alleen dat stokje op het laatst was niet lekker. En oma maar lachen...

Ik kan steeds beter woordjes zeggen. Babbelen noemen Pappa en Mamma dat. En als Pappa en Mamma iets voorzeggen, dan probeer ik het na te zeggen. Dat is soms wel een beetje lastig. Sommige letters kan ik nog niet zo goed uitspreken, zoals de 'r'. Maar pappa en mamma vinden dat de meeste woordjes al heel goed gaan. Er zijn ook van die leuke boekjes die ik mag lezen. Daar staan dan plaatjes in. En dan moet ik zeggen wat het is. Van het moeilijkste boekje ken ik al bijna alle woordjes. Knap hè?

Pappa en Mamma zeggen wel dat ik wel een beetje laat naar bed ga hier. Maar half tien is toch niet zo'n rare tijd voor mijn leeftijd? Ik ben tenslotte al bijna twee! Ik kan namelijk al heel goed slapen 's nachts. En als ik dan 's ochtends wakker wordt, kijk ik altijd eerst over de rand van mijn bedje. En dan zie ik altijd Pappa en Mamma naast mij. Pappa is meestal al wakker. Maar Mamma heeft meestal haar ogen nog dicht. Daarna mag ik altijd gezellig bij ze in bed. Lekker springen op het luchtbed. Of een boekje lezen natuurlijk. En altijd even lekker knuffelen!

Chocoladegroeten