woensdag 30 juni 2010

Kipschieten

Vanuit Bastia vertrekken we al om acht uur 's ochtends met de veerboot richting het vasteland van Frankrijk, naar Nice. En om op tijd te zijn betekent dat vroeg uit de veren, natuurlijk ook voor Bas. Maar wat dat betreft lijkt hij niet op mij: Hij is in vijf minuten klaarwakker en drentelt vrolijk rond. Eenmaal bij de haven aangekomen rij ik zonder problemen met mijn driewieler de veerboot op. Wim, die lopend de boot op moet, heeft echter te kampen met een overijverige en plichtsgetrouwe beambte. Deze doet moeilijk omdat Wim niet bij mij in het karretje zit, wat volgens de regeltjes wel zo zou moeten zijn. Pas op het állerlaatste moment krijgt hij toegangtot de veerboot. Had ik toch bijna samen met Bas verder gemoeten...

In de haven van Nice arriveren we aan het begin van de middag. De temperatuur is aangenaam en er schijnt een vrolijk zonnetje. Maar hier blijven we niet, we gaan gelijk door het binnenland in. En in dit gedeelte van de Provence is het voor de verandering weer bergachtig, maar toch met een heel ander karakter dan op Sardinië of Corsica. Veel steile hellingen en woeste rotsen, waar ik met mijn autootje toch maar weer mooi tussendoor rij. In Levens ploffen we aan het einde van de dag moe maar voldaan neer in een eenvoudig hotelletje. Daar genieten we 's avonds van het simpele maar heerlijke dagmenu en een slobberwijntje.

De volgende dag is er weer eentje om in te lijsten. Via een aantal mooie bergwegen met bijbehorende vergezichten komen we in Roquesteron terecht. De plaatselijke school organiseert daar een feest. Franse muziek schettert door slechte luidsprekers en de moeders hebben zich met allerlei (mis)baksels uitgesloofd. Je kunt raden hoeveel de hele ham weegt die waarschijnlijk door de slager ter beschikking is gesteld, met natuurlijk de ham zelf als hoofdprijs. En het schoolhoofd loopt met een hoedje op en een sjaaltje om de boel te regelen en roept de winnende nummers om van de loterij.

Maar vooral Bas heeft het uitstekend naar zijn zin. Er zijn namelijk van allerlei activiteiten: Prijsvissen, ballengooien, ringwerpen, schminken, kipschieten en vele andere leuke dingen kunnen er worden gedaan. Bij de meeste activiteiten kunnen punten worden verdiend om uiteindelijk een grotere prijs te kunnen ophalen. Bas is natuurlijk overal nog niet al te handig in, maar die ouwe charmeur krijgt het toch voor elkaar de nodige puntjes in de wacht te slepen, ondanks dat hij er weinig van bakt. Toch handig dat blonde haar en die blauwe ogen...

En nu staan we nog op de camping in Castellane. Superdeluxe hier, met zelfs gratis draadloos internet en gratis bellen naar onder andere Nederland. Van dat laatste hebben we dankbaar gebruik gemaakt en de nodige vrienden en familieleden gesproken. Het enige dat niet echt meewerkt hier is het weer. De temperatuur is nog wel redelijk, maar in de loop van de dag trekt hier alles dicht en onweert of regent het van tijd tot tijd. Maar goed, als je drie maanden op pad gaat weet je dat niet altijd de zon zal schijnen. En 's avonds zitten we knus in de tent in plaats van ervoor. De laptop met een filmpje aan en wat te snacken erbij. Ons krijgen ze niet gek hier!

Wisselvallige groeten

dinsdag 29 juni 2010

Springen!

Hallo, daar ben ik weer. Pappa en Mamma moeten vaak naar de winkel. Om eten te kopen. En drinken. En snackies. En fruitjes. Meestal vind ik dat wel leuk. Want dan mag ik in het karretje rijden. Pappa doet het karretje dan andersom met duwen. Dan kan ik alles nog beter zien. Maar pas waren we in een winkel waar ze wel een héle mooie kar hadden. Niet zo'n gewone, maar een échte auto! Met een stuurtje. En een claxon. En een gordeltje, zodat ik er niet uit kon vallen. Dat was helemaal te gek. Ik denk dat Pappa en Mamma nog nooit zo rustig boodschappen gedaan hebben. En toen ik er uit moest, heb ik heel hard gehuild.

En ik ben pas naar een feest geweest met muziek en met allemaal kindjes. Daar kon je allemaal spelletjes doen. En daar hebben ze op mijn gezicht gekleurd. Ik mocht kiezen wat ik wilde zijn. Mij leek een tijger wel leuk. Een juffrouw ging toen met potloodjes van alles op mijn gezicht doen. Ik moest heel stil blijven zitten. Maar dat heb ik heel goed gedaan zeiden Pappa en Mamma. Die waren helemaal trots. Het was wel gek toen ik mijzelf in de spiegel terug zag. En 's avonds moest Mamma heel hard poetsen om de kleurtjes er weer af te krijgen!

In ons tentje mag ik altijd springen op het luchtbed van Pappa en Mamma. Dat is leuk. Mijn schoentjes moeten dan wel uit. Maar de camping waar we nu staan heeft wel een héél groot luchtbed. En het ligt gewoon op het grasveld bij de speeltuin. "Dat is een springkussen" zei Pappa, maar ik vind het gewoon een groot luchtbed. Het heeft allemaal vrolijke kleurtjes. En je kan er fijn op rennen en springen. Er waren ook nog andere kindjes om mee te spelen. Na een tijdje kwam Mamma er ook gezellig bij. Die had na een tijdje springen net zo'n rood hoofd als ik. Raar mens die moeder van mij...

Tijgergroeten

donderdag 24 juni 2010

Verliefd

Het fietsen is eigenlijk niet vergelijkbaar met de voettocht naar Rome die ik een aantal jaren terug gemaakt heb. Wandelen is toch eigenlijk meer een bezigheid, zonder dat het écht een inspanning wordt. Je moet hooguit wennen aan de manier van belasten van je lichaam. Het fietsen is, nu met name door het vele klimwerk, andere koek. Regelmatig moet ik hijgen als een bospaard en wordt mijn hartslag richting het maximum gejaagd. Ik ben dan ook blij dat ik afgelopen winter menig uurtje op de spinningbike heb doorgebracht, dat maakt het nu goed vol te houden.

Het binnenland van Corsica is bijzonder mooi. We komen door een aantal natuurgebieden, met diepe kloven, kletterende watervalletjes en het nodige aan flora en fauna. We overnachten in een oubollig hotelletje aan een stuwmeer. Om een sfeerimpressie te geven: Het meubilair is donkerbruin. De vloerbedekking is groen. De gordijnen zijn groen. De deken op het bed is groen. Maar de badkamer is gelukkig roze. En kan iemand mij uitleggen waarom er nog steeds hotels zijn waar er boven het bad géén haakje is om de douchekop aan op te hangen?

Op de tweede dag in het binnenland worden de eerst nog brede bergwegen steeds smaller en steiler. Op een gegeven moment ontbreekt er ook een vangrail of een muurtje langs de kant van de afgrond. Het asfalt is van dubieuze kwaliteit met hobbels, kuilen en allerlei stenen. Je kunt er ook gerust een uurtje fietsen zonder een sterveling tegen te komen. Voorzichtig aan doen dus. In de kleine dorpjes waar ik door kom rij je nog nét niet door de huiskamers heen. En diezelfde dorpjes kijk je soms even later weer op de dakpannen, omdat je weer een stuk geklommen bent.

Tot op heden heb ik mij op de Italiaanse en Franse wegen nog niet onveilig gevoeld. Op een enkeling na houdt iedereen prima rekening met mij. Maar elke dag passeer ik wel een aantal geïmproviseerde gedenkplaatsen met verkleurde kunstbloemen in de berm van de weg. Vaak bij een boom in of na een flauwe bocht. Meestal betreft het een veel te jong persoon die door zijn roekeloze rijgedrag is omgekomen. Niet te veel bij nadenken maar, gewoon blijven doortrappen.

En ik ben hier op Corsica op een ander verliefd geworden. Ik kwam haar tegen in de supermarkt, zomaar ineens. Ze had een mooi doorzichtig jurkje aan, waardoor haar rondingen goed uitkwamen. Ik kon de verleiding niet weerstaan en heb haar gevraagd met mij mee te gaan. Ze zweeg, wat ik interpreteerde als een verlegen bevestiging. Toen ik haar later met trillende vingers van haar jurkje ontdeed, kwam een heerlijke zweetvoetenlucht mij tegemoet, écht onweerstaanbaar. Chanel eat your heart out! Nadat ik voorzichtig in haar begon te bijten, bleek ze stevig van buiten, maar heerlijk zacht en romig van binnen. Het stokbroodje erbij maakte alles helemaal compleet. Toch wel lekker die geitenkaasjes hier...

En nu zijn we weer lekker aan het bijkomen aan de oostkust, in een bungalow op een camping in de buurt van Bastia. Vanaf hier vertrekken we vrijdag naar het vasteland van Frankrijk naar Nice. Ik ben benieuwd wat dat weer allemaal gaat brengen.

Ook de geitige groeten

woensdag 23 juni 2010

Beestenboel

Misschien wel leuk om ook eens wat meer over mijn autootje te vertellen. Het is een Piaggio Ape TM, een Italiaans autootje voor twee personen met drie wielen en vier versnellingen. Topsnelheid 60 kilometer per uur, maar dan moet je wel wind mee hebben en berg af rijden. Eigenlijk is het een grote overdekte scooter maar dan wel met een 220cc motortje. En qua trekkracht kan ik mij meten met elf paarden. Er zit een behoorlijk onconfortabel bankje voorin, waar niets aan ingesteld kan worden. Maar vergis je niet: Deze bolide heeft een laadvermogen van 700 kilo! We hebben het karretje tweedehands, maar wel zo goed als nieuw, op de kop weten te tikken. De eerste eigenaar was een schoenenzaak die het als reclamewagentje gebruikte, vandaar ook de vrolijke bestickering.

Onze route volgt verder de westkust van Corsica in noordelijke richting. We gaan naar Porto, ietwat toeristisch, maar gelegen aan een mooie en romantische baai. De weg er naartoe is ronduit spectaculair te noemen. De afdaling gaat langs een chaos van imposante roodkleurige grantietformaties, welke grillig oprijzen in het landschap. Helaas zijn we niet de enigen daar, autobussen vol toeristen komen luid claxonnerend de smalle haardspeldbochten door.

De terrascamping waar we verblijven in Porto is van alle gemakken voorzien. Een leuk en prettig geprijsd restaurantje, mooi zwembad, draadloos internet, sauna, fitnessruimte en mooie plaats voor onze tent. Degenen die wat minder goed ter been zijn worden zelfs met een golfkarretje naar hun plaats gebracht. Maar dat is niet echt overbodige luxe, de weg naar boven is uitermate steil. Op onze rustdag maken we het haventje van Porto onveilig. We bezoeken een aquarium, waar vooral Bas geen genoeg van kan krijgen. Op een rotspunt in de baai staat een oude Genuese toren, welke stamt uit de achttiende eeuw. De klim naarboven is zeker de moeite waard: Het uitzicht over de baai is schitterend.

Vanuit Porto gaan we het binnenland in. We rijden vanaf zeeniveau rechtstreeks de hoogste col van Corsica over, een kleine vijftienhonderd meter hoog. Mijn autootje gaat niet zo snel omhoog, maar bijna iedereen wacht geduldig achter mij tot het moment dat ze kunnen inhalen. Als zich meerdere auto's achter mij verzameld hebben, zet ik mijn karretje meestal wel even aan de kant om iedereen te laten passeren. Het is hier ook een paradijs voor motorrijders, heel Corsica is één grote bocht. Maar ook hier is het oppassen geblazen: Koeien, geiten en zwijnen lopen hier gewoon los over de weg, tot groot vermaak van Bas.

Op de dagen dat we verplaatsen doet Bas altijd zijn middagslaapje in het autootje. Ook nu weer is monotone gebrom in combinatie met de bochtige weg omhoog een garantie voor een lekker tukkie. Maar als hij wakker is geniet hij met volle teugen. In zijn kinderzitje zit hij zo hoog, dat hij rondom volledig zicht heeft. En er is zoveel te zien. Het liefste zou hij zelf achter het stuur van dat grote stuk speelgoed kruipen om lekker rond te kunnen crossen. Maar daar beginnen we nog maar even niet aan...

Geitige groeten

zondag 20 juni 2010

Visjes

Hallo, hier ben ik weer. Ik heb een grote hobby. Een hele grote hobby. En dat is eten. Gisteren hebben we worteltjes op. En aardappeltjes. En vleessie. En dat is lekker. Pappa en Mamma zitten dan altijd hard te klappen voor mij. En aaien mij over mijn bol. Omdat ik zo goed kan eten, zeggen ze dan. En pas hadden we gele dingen. Eerst kreeg ik de kleine balletjes van Mamma, maar ik wilde net zoals Pappa doen. Het hele ding in één keer vasthouden en happen maar...

Mamma heeft thuis een bak. Een bak met "watie". En kleine visjes. Zo'n bak hebben ze hier ook, alleen dan véél groter. Ook de visjes zijn véél groter. Sommige zijn heel mooi. En andere kunnen weer heel snel zwemmen, dat is wel spannend. Soms doen ze praten naar mij. Hun mond gaat dan open en dicht. "Blub!" zegt Mamma dan. Als ik naar de visjes zwaai, zwemmen ze meestal hard weg. Toen we naar buiten gingen zei Pappa dat hij er honger van had gekregen.

En Pappa en Mamma waren pas weer boos. Heel boos. Het autootje van Mamma heeft dopjes aan de zijkant. Zwarte dopjes. Om te zorgen dat er geen water in het autootje kan komen. Maar met mijn vingertjes kan ik al heel goed die dopjes indrukken. En die dopjes verdwijnen dan ineens in het autootje. Dat is grappig. Maar Pappa en Mamma vinden het niet grappig. "Niet doen Basje!" roepen ze dan. Maar later heb ik het stiekem nóg een keer gedaan. Toen moest ik voor straf een tijdje op de stoel zitten.

Ondeugende groeten

donderdag 17 juni 2010

Snackie time

Corsica is een stuk kleiner dan Sardinië, het beslaat ongeveer de oppervlakte van Gelderland en Overijssel samen. De afgelopen eeuwen hebben hier in het teken gestaand van koloniale overheersing door verschillende vreemde mogendheden, waaronder de Etrusken, Carthagers en Romeinen. Het toerisme is verreweg de belangrijkste inkomstenbron. Vele Fransen, Italianen, maar ook de nodige Nederlanders brengen hier hun vakantie door, voornamelijk aan de kust. We hebben hier al meer Nederlanders zien rijden als ons hele verblijf op Sardinië.

Het onweer 's avonds van een paar dagen terug was de voorbode van twee dagen wisselvallig weer. Tussen de buien door gaan we nog wel even Propriano bekijken en genieten we van wat lokale pattiserie. Naar de supermarkt kost wat meer moeite, hiervoor moet een steile klim worden getrotseerd. Ik red het maar nét met Bas achterop de fiets, terwijl Jacqueline kan merken dat ze al een ruim een maand niet naar de sportschool is geweest.

's Middags waren we zelfs genoodzaakt in de tent door te brengen omdat het regende. Maar als onze Bas wat te snacken heeft en Bumba kan kijken op de laptop kan zijn dag niet meer stuk.

Mijn fietsroute volgt tot nu toe voornamelijk de westkust en wordt, hoe kan het ook anders, weer gekenmerkt door de nodige hoogteverschillen. Mijn fiets, een Koga Myata hybride met 27 versnellingen houdt het tot nu toe erg goed. Enige kritische kanttekening die ik kan maken is dat ik op de écht steile stukken misschien nog een iets kleiner verzet had willen hebben. Maar afstappen is er nog niet bij geweest, behalve dan om een foto te maken bij alweer een mooi uitzicht.

Tot later

dinsdag 15 juni 2010

Vive la France!

Onze laatste dagen op Sardinië zijn behoorlijk warm. De temperatuur loopt overdag op tot boven de dertig graden, wat niet altijd even prettig is. Voor mij niet in mijn autootje met Bas (zonder airco natuurlijk), maar ook niet voor Wim op de fiets. Meestal breken we op ons gemak 's ochtends de tent af en pakken we in, wat betekent dat we op zijn vroegst om een uurtje of elf vertrekken. We reizen dan dus precies op de warmste uren van de dag. Maar met Bas is dit voorlopig wel het meest handige ritme. Dus zo lang het vol te houden is, proberen we daar aan vast te houden.

Het noorden van Sardinië is duidelijk de meer welvarende kant van het eiland. De etappes voeren langs vele hotels en luxe resorts met de nodige sterren. Het kost dan ook de nodige moeite om tussen al deze rijkdom een betaalbare bed and breakfast te vinden. Maar zowaar, na een kleine speurtocht mogen uiteindelijk niet klagen. Vooral van het schitterende zwembad wordt dankbaar gebruik gemaakt. Basje moet er na drie kwartier klappertandend uit worden gehaald: hij kan er maar geen genoeg van krijgen...

Vanuit Santa Teresa di Gallura in het uiterste noordpuntje van Sardinië maken we met de veerboot de oversteek naar Corsica. Na een overtocht van slechts een uur komen we aan in Bonifacio, een mooi maar toeristisch stadje. Het oude centrum ligt boven op de indrukwekkende kalkrotsen. De klim naar boven is pittig, maar zeker de moeite waard. Eenmaal boven zijn de uitzichten fenomenaal.


Corsica ademt een heel andere sfeer uit dan Sardinië. Corsica is groener en ruiger en doet nog het meest denken aan Madeira. De route naar Propriano die we volgen heeft al een aantal spectaculaire stukken, wat veel goeds belooft voor de rest van de route. We gaan namelijk ook nog het binnenland in. Maar terwijl ik dit berichtje zit te typen is er een heftig onweer losgebarsten. De Belgische overburen zijn al weggedreven, maar wij genieten met volle teugen van onze tent met inritsbaar grondzeil. En onze Bas is totaal niet onder de indruk van al dat natuurgeweld: die doet gewoon lekker een tukkie...

Au revoir

maandag 14 juni 2010

Centje

Hallo, hier ben ik weer. Ik had pas een vriendje. Een vriendje op de camping. Die heette Jonas. En die had heel veel speelgoed. Gelukkig mocht ik af en toe met hem en zijn speelgoed spelen. Hij had autootjes. En schepjes. En een ding waar "watie" uit kwam. En we gingen een hut bouwen. Dat was heel leuk. Toen we weg gingen van de camping, wilde ik heel graag de autootjes van Jonas houden. Maar dat mocht niet van Pappa en Mamma. En toen moest ik heel hard huilen. Toen heeft Jonas een mooie tekening voor mij gemaakt van de autootjes. Dat was wel fijn.

Soms moet ik met Pappa en Mamma mee. Pappa moet dan een "werkie" doen zegt Mamma. Hij zit dan achter een apparaat met heel veel knopjes, waar hij dan op gaat drukken. Dan wil ik altijd graag helpen, maar dat mag niet. Op het scherm zie ik dan soms mijzelf terug, dat is wel raar. Soms als Pappa klaar is met zijn "werkie" mag ik "Lala, Pissie en Po" kijken. Joepie!


Mamma zei pas dat we met het bootje gingen varen. En toen moesten we heel lang wachten. Er waren grote mensen die centjes in een apparaat gooiden. Een apparaat met knopjes. En dan kwamen er allemaal gekleurde dingen op het scherm. Druifjes en meloenen. En ook hartjes. Met Pappa mocht ik toen ook even op de knopjes drukken. En toen kwam er met veel gerinkel zomaar een centje uit! Met Pappa heb ik toen gelijk een grote lolly gekocht! En 's avonds moest ik heel hard slapen.

Tot kijkie!

donderdag 10 juni 2010

Weg weg

Het klimmen in de bergen op Sardinië is behoorlijk pittig, maar het is hier zo mooi dat ik tijdens het rijden regelmatig een grote glimlach niet kan onderdrukken. De beklimmingen zijn niet extreem steil, maar wel vele kilometers lang. De kunst is om op tijd naar de juiste versnelling te schakelen om een goede cadans te houden, zeker omdat je ook niet precies weet hoe lang de beklimming duurt. En na de top is er altijd weer die heerlijke afdaling. Lekker met een flinke snelheid suizend over het asfalt naar beneden. Maar vijftig kilometer per uur is (meestal) wel hard genoeg. Je rijdt tenslotte op onbekend terrein en een kuil of wat zand in een bocht kan eenvoudig voor grote problemen zorgen...

Op de camping bij Tortoli doen we lekker rustig aan. 's Ochtends even boodschappen doen, zodat we 's avonds lekker zelf kunnen koken op onze tweepits benzinebrander. We hebben een behoorlijk arsenaal aan relatief simpele en gezonde recepten, zodat we niet elke dag hoeven te barbecuen. Meestal speel ik de kok en stort Jacqueline zich op de afwas. En onze Bas is gelukkig niet kieskeurig en eet van ons eigen culinaire geknutsel bijna alles vrolijk mee.

Vanuit Tortoli gaat het weer omhoog, een bergpas over. De koude lucht uit de bergen botst met de warme lucht van de kust. In de verte hangen de donkere wolken onheilspellend boven het dal en regelmatig schiet er een bliksemflits naar beneden. Het begint te regenen. Het koelt ook gelijk behoorlijk af en ik kan na drie weken mijn regenjas weer eens uit de fietstas trekken. Maar het onweer barst gelukkig niet echt los. Ik kom redelijk droog in het bergdorpje Dorgali aan en na enig gepuzzel vinden we een geschikte bed and breakfast.

Als ik de volgende dag verder rij, kom ik over een weg die bezaaid is met allemaal sprinkhanen. Ik kom tot de ontdekking dat je beter kunt proberen over de beestjes heen te rijden, omdat ze dan op tijd wegspringen. Als je er vlak langs rijdt springen ze vaak juist net onder je wiel...

Even verderop loopt mijn geplande route over een afgesloten weg. De omleiding gaat echter over de snelweg, wat niet zo heel aantrekkelijk is op de fiets. Ik besluit om om de afzetting heen te rijden en toch de oorspronkelijke route te volgen. Een kilometer verder zie ik waarom ze de weg hebben afgesloten. Bijna het hele wegdek over een riviertje is weggeslagen. Er is nog een smal stukje over, wat er stevig genoeg uit ziet om mijn gewicht te dragen. Na een foto haal ik een keer diep adem en loop ik naar de overkant...

In San Theodoro staan we weer twee dagen aan het volgende witte strand met blauw water. Vanaf hier is het nog een tweetal etappes voordat we op Corsica voet aan wal zetten. Dat zal wel even omschakelen worden, na vijf weken in het Italiaans naar het Frans...

Klipgeitengroeten

maandag 7 juni 2010

Kriebel

Gisteren zijn we weer terug geweest naar de “watie” met dat witte spul. Met Pappa en Mamma samen. Maar eerst ging Mamma spul op mij smeren. Dat was niet fijn. Daarna moest ik mijn petje op. Ook waren andere kindjes. En er was allemaal mooi gekleurd speelgoed. Daarmee kon je scheppen en taartjes bakken. Pappa kan dat als de allerbeste! De “watie” smaakt trouwens heel anders dan de “watie” uit Pappa zijn fles. Toen moesten we weg. Dat was niet fijn. Ik wilde nog veel langer blijven!

Met Mamma samen gingen we weer bochtjes rijden. Toen gingen we stoppen. En broodjes eten. Daarna mocht ik spelen en rondrennen. Maar na een tijdje had ik kriebel. Kriebel tussen mijn tenen. En op mijn benen. Er waren allemaal kleine beestjes. “Mieren” zeiden Pappa en Mamma, maar ik vond het gewoon kleine beestjes. Toen moest ik wel even huilen. Gelukkig heeft Mamma alle beestjes weggejaagd.

’s Avonds in het huisje was het heel leuk. Het was groot en ik kon lekker rondrennen. En er was een mevrouw die mij drie “foefies” ging laten zien. “Foefies” zijn leuk. Ik mag ze ook soms aaien. En er was een aardige mijnheer. Die heette Sebastiano. Vonden Pappa en Mamma grappig. Moest ik gelijk op de foto. Pappa zei dat hij op Willie Alberti leek, maar die ken ik niet.

Nou doei!

Top!

Na twee dagen op de camping aan de Costa Rei te hebben gestaan trekken we verder. We verlaten de kust en trekken het binnenland in. Ik volg een lange brede weg die langzaam stijgt en waar een forse wind vanuit de bergen richting zee door het dal waait. Onderweg heb ik met Wim afgesproken. Niet alleen om te lunchen, maar ook om hem door een aantal onverlichte tunnels die op de route liggen te begeleiden. Dat is wel zo veilig.

Het kleine bergdorpje waar we belanden heeft één afgelegen Agriturismo, waar je normaal gesproken kunt slapen en gerechten kunt eten bereid met produkten van de boerderij. Het eten is geen probleem, maar overnachten kan niet. Wat nu? De eigenaresse ratelt vervolgens een heel verhaal af in het Italiaans. We verstaan lang niet alles, maar begrijpen dat ze even gaat bellen voor een slaapplaats voor ons. Even later worden we onder begeleiding naar de andere kant van het dorp gebracht, waar bij een villa een groot appartement voor ons is geregeld. Super! Voor het avondeten gaan we weer terug naar de Agriturismo, waar de eigenaresse de sterren van de hemel heeft gekookt. Na vier uitgebreide gangen ploffen we voldaan in bed.

De volgende dag gaan we verder en hoger de bergen in. De route van vandaag kent nog meer hoogteverschillen, maar mijn karretje slaat zich er prima doorheen. Het benzine- en olieverbruik van de twee-takt Piaggio ligt nu wel wat hoger. Als ik onderweg stop om olie te kopen, blijkt maar weer eens hoe behulpzaam de mannelijke Italianen zijn voor een blonde dame uit Nederland. Drie man sterk staan ze één flesje olie in mijn autootje te gooien. Over service gesproken...

Onze tweede overnachting is in een bed and breakfast in Seui, een wonderschoon dorpje dat tegen de berghelling aan geplakt lijkt. De huizen, in allerlei pasteltinten, worden verbonden door nauwe straatjes waar je (om met Harrie Jekkers te spreken) niet eens in de breedte dwarsfluit kunt spelen. Een korte wandeling neemt behoorlijk wat tijd in beslag. Bas moet overal zwaaien en knuffelen, wat hem vandaag weer twee chocolade-eieren oplevert. De schooier...

De laatste dag in de bergen is er eentje om in te lijsten, misschien wel de mooiste dag tot nu toe. Ik volg Wim zijn fietsroute, die over smalle bergweggetjes binnendoor loopt. Indrukwekkende rotsformaties worden afgewisseld met bos en weidse vergezichten. Af en toe moet ik de berm in om grote gaten in het wegdek te omzeilen. Koeien en geiten lopen ook zomaar op de weg en ik duim elke keer maar dat ze hun horens niet in de banden van het wagentje zetten. Onderweg stoppen we bij de overblijfselen van bouwwerken uit de bronstijd van de oorspronkelijke bewoners van Sardinië. Deze zogenaamde Nuraghen, een soort torens, zijn veelvuldig terug te vinden over het hele eiland.

Aan het einde van de dag maken we een lange afdaling terug naar zeeniveau. In de buurt van Tortoli, halverwege aan de oostkust van Sardinië, zetten we op een mooie ruime camping de tent weer op. Hier mogen we gaan genieten van onze welverdiende rust na een paar dagen stevig doorbuffelen.

Voldane groeten

woensdag 2 juni 2010

Zonsondergang

Mijn fietsroute van Tuscania naar Civitavecchia is niet echt boeiend. Naarmate ik dichter bij Civitavecchia kom, verandert het eerst nog groene landschap in een grauw havengebied.

Om even in steekwoorden een impressie te geven: Betonnen huizen, ingegooide ruiten, een energiecentrale, vuilnis langs de weg, verroeste lantaarnpalen, verkeersborden met kogelgaten, drukke onoverzichtelijke wegen en langsrazend verkeer. Maar dan fiets je ineens langs een veldje met klaprozen en andere bloemen, wat je dag dan weer helemaal goed maakt.

Civitavecchia is de havenplaats van waar we overvaren naar Sardinië. Het inchecken voor de veerboot blijkt nog een vak apart te zijn. Om te beginnen worden we naar een aantal verschillende aanlegplaatsen gestuurd. Gelukkig blijkt driemaal scheepsrecht te zijn. En bij het ophalen van de tickets blijkt onze reservering geannuleerd te zijn, @&%$#! Dat hebben wij weer. Gelukkig is de boot nog niet vol, en kunnen we alsnog mee.

De veerboot is zo groot dat je helemaal niet het idee hebt dat je op een boot zit. Het is een wereldje op zich met onder andere een restaurant, een winkeltje en een bioscoop. En van de deining merk je praktisch niets. De hut die we hebben is behoorlijk ruim en heeft zelfs een eigen toilet en douche. Vanaf het dek heb je het mooiste uitzicht, en de zonsondergang levert spectaculaire beelden op. De volgende morgen staan we fris weer op na een nachtje lekker slapen.

Aangekomen in Cagliari, in het uiterste zuiden van Sardinië, ploffen we eerst even neer voor een bakkie en wat te eten. Maar heel uitgebreid kan dat niet: er moet die dag ook nog behoorlijk gefietst worden. Ik volg de kustweg, die aardig op en neer golft, in oostelijke richting. Deze is in het begin nog vrij druk met verkeer, maar wordt gelukkig steeds rustiger. Regelmatig heb ik uitzicht op mooie baaien met een azuurblauwe zee.

Het landschap is hier grillig met veel rotsen en lage begroeiïng, en ademt een heel andere sfeer uit dan Toscane. Ons eindpunt voor die dag is een kleine camping aan de Costa Rei, welke overbevolkt is door voornamelijk Duitsers. Ondanks de drukte heerst er toch een gemoedelijk sfeertje. Dat kan ook bijna niet anders met een zonnetje en met het mooie witte strand op letterlijk vijftig meter van de tent...

Strandgroeten